Een vriend van mij kan niet meer voetballen door zijn reuma, terwijl dat is wat hij het liefst doet. Een ander heeft al jaren heftige migraine-aanvallen die uit het niets opkomen en weer gaan. Een studievriend kan zijn grote passie bergbeklimmen niet meer beoefenen vanwege zijn knie. En een lieve vriendin heeft Pulmonale Hypertensie (PH); een zeldzame, ongeneeslijke ziekte. Door de hoge bloeddruk in haar longen heeft zij een grote kans op hartfalen en betaalt zij een gigantische prijs voor iedere vorm van inspanning.
Hoe doe je dat? Leven met beperkingen terwijl juist mijn generatie is opgegroeid met het idee dat alles mogelijk is. Dat alles moet kunnen en dat je overal toe in staat bent.
Ik wil mijn eigen problemen (lees deze hier) niet bagatelliseren door te stellen dat heel veel mensen leven met (niet-zichtbare) ziektes of aandoeningen. Ik heb soms wel behoefte aan het relativeren ervan.
Bagatelliseren vs relativeren
Een belangrijk verschil tussen bagatelliseren en relativeren is dat bij het gebruik van het woord bagataliseren er altijd een ontkenning is van hetgeen jij zelf (of een ander) ervaart of meemaakt.
Het is het afzwakken van je eigen ervaring, waarbij je het als iets onbeduidends of onbelangrijks neerzet, omdat er ‘ergere dingen zijn op de wereld’. Dat is denk ik niet de juiste houding om om te gaan met eigen pijn, verdriet of ziekte.
Relativeren gaat daarentegen veel meer om de betrekkelijkheid ergens van inzien.
Slimme dieren
Bijvoorbeeld door te erkennen dat je veel last hebt van de situatie en daar veel verdriet door ervaart. En tegelijkertijd kunnen inzien dat er veel mensen rondlopen die hetzelfde of erger meemaken. Dat we organismen zijn die zijn gaan geloven in de maakbaarheid van het bestaan.
Ook wij zijn eigenlijk slechts ‘slimme’ dieren waarbij de meeste van ons het geluk hebben in Nederland geboren te zijn, de een betere genen heeft dan de ander en diezelfde ander enorm getalenteerd blijkt. Het leven hangt aan elkaar van toevalligheden en externe factoren waar we allen weinig invloed op hebben.
Psychisch leed
Het geloof in die maakbaarheid is gevaarlijk. Ik tuimel er iedere keer met open ogen in. Ik voel me mislukt, gefaald en zwak, omdat ik op dit moment niet in staat ben te werken.
Maar als ik mezelf zie vanuit groter perspectief, dan ben ik slechts een gewond dier dat haar wonden likt en niemand iets hoeft te bewijzen.
Het doet niks af aan het recht van mijn verdriet en pijn. Die emoties zitten daar volledig terecht. Net als de machteloosheid die ik voel. Ik bagatelliseer helemaal niks. Maar het relativeert wel.
En jij?
Ik heb voor één keer de reacties aangezet onder dit blog. Het lijkt me mooi voor diegene die willen, om hun verhaal te delen. Juist omdat het vanbuiten zo vaak niet te zien is. En ik, en jij waarschijnlijk ook, er niet beperkt of gehandicapt uitzie, maar je wel ergens in beperkt kunt zijn.
Via Social Media delen we onze mijlpalen in het leven. Maar voor mij is het op dit moment al een prestatie om een uur buiten te wandelen.
En het gaat hier niet om een roep om aandacht of om een lijst te kunnen maken met ‘wie de meeste ellende heeft’. Juist niet. Hooikoorts, chronische darmproblemen of diabetes; het gaat niet om de ernst, maar om het delen van de beperking.
Waar heb jij moeite mee, last van of wat zijn jouw beperkingen? En hoe ga (of ging) je daarmee om?