Sommige mensen zijn in alles ietsje later. Later met lopen, later met praten, later met leren, verlaat in de puberteit of later seksueel actief. Bij mij komt daar nog later of eigenlijk ietwat trager in begrip bij kijken (niet per se handig bij goede grappen).

Nuchter of dronken
Ik ben vaak een laatbloeier genoemd. Gek genoeg vond ik dat altijd een beetje apart, aangezien ik tegelijkertijd te horen kreeg dat ik mijn leeftijdsgenootjes qua interesses en denken ‘vooruit was’. Dat botste. Wie was ik nou? Kon het niet wat duidelijker?

Leven wilde maar geen helderheid verschaffen, eenduidigheid bleek niet te bestaan. En dus snapte ik niks van mensen die maar wat graag die roes van onduidelijkheid opzochten en de volgende dag met een smile van oor tot oor verkondigden dat ze zich niks meer konden herinneren van de vorige avond. Tot zover je ‘leuke’ avond, dacht ik dan.

Het Utrechtse nachtleven
Gisteren zat ik in de kroeg met een vriend van de studie. In de knappe stad Utrecht. De sfeervolle kroegen vol met studenten ademden de zweterige geur van nostalgie. Ik genoot voor 7. Want 7 jaren lang had ik alcohol als een vijand beschouwd. Als opium; een bedwelmend genotsmiddel.

Ik vergeleek de giftige stof altijd met een oude, eenzame man die langzaamaan de bomen kapt in zijn tuin en de bossen daaromheen.

Alcohol doodt meer dan je lief is
Iedere slok waarmee mijn hersencellen werden gedood, voelde voor mij als het omhakken van een boom, terwijl ik alle bomen nodig had om de wereld mee te kunnen zien. Om in de bomen te kunnen klimmen en vanuit nieuwe perspectieven de wereld te kunnen aanschouwen. Daarnaast gaven die bomen mij zuurstof en een vorm van helderheid, terwijl (de angst voor) alcohol mij vaker de adem en het zicht benam.

Sorry mam
Gisteren is die oude houthakker in mij overleden. En met hem de angst voor verdovende, verslavingsgevoelige middelen. Misschien verontrustend voor mijn moeder, maar voor de rest best een mooie ervaring voor een laatbloeier. Als laatbloeier sla je namelijk niet bepaalde fases of ervaringen over, je beleeft ze alleen nadat de meeste andere mensen het (voor het eerst) ervaarden.

Conclusie:
Wijn is niet mijn ding (geen rood of wit, zoet of droog, fruitig of chocolade-achtig). Whisky doet pijn aan mijn lippen, tong en keel en een shotje wodka ga ik bijna van over mijn nek. Een fruitbiertje is helemaal prima en dansen in de regen om 1 uur ’s nachts ook.

Want voor even maak ik mij, terwijl het giet van de regen, niet druk om de grote druppels die mijn zicht via mijn bril belemmert en heeft die afgenomen helderheid gezorgd voor een nieuwe kijk op vriendschap.

PS. 
Voor mijn grootste fan: Neem de blog met een korreltje zout mama (en een lekkere tequila met wat citroen) en bedenk je dan dat het jouw moeder was die mij leerde te proosten op het leven. Dat heb ik vannacht gedaan. Ik heb geproost op het leven. Amen.