Vaak weten we wel welke doelen we zouden willen behalen. We zouden een gezonder voedselpatroon willen ontwikkelen, meer willen sporten, eindelijk eens beginnen met die uitgestelde hobby of meer tijd willen besteden aan vrienden of familie. Allemaal leuk en aardig, maar hoe dan? Welke strategieën kunnen we inzetten om onze doelen te behalen?
In mijn vorige blog schreef ik over positief denken. Positief denken kan zeker bijdragen aan geluksgevoelens, rust en vertrouwen in het moment, maar is niet de sleutel bij het afleren van (slecht) gedrag.
Is motivatie de sleutel?
Is motivatie de reden dat het de ene persoon wel lukt slechte gewoontes af te leren en de andere niet? Nope, motivatie is een erg goed startpunt om je in beweging te krijgen maar daar houdt het dan ook mee op. Als er namelijk al sterke gewoontes zijn gevormd, zoals ik iedere dag een witte chocoladereep naar binnen werk tijdens het Netflixen, dan staan onze goede voornemens die we hebben compleet buitenspel.
Na een lange, vermoeiende dag, neemt ons automatische systeem het over. Super handig, want zo besparen we enorm veel energie. Echter herken je misschien het gevoel de strijd te verliezen met jezelf en ligt die zak chips alweer in je handen, heb je je online yogales afgezegd en staat die serie aan waarmee je wilde stoppen. Is het een gebrek aan wilskracht?
Zelfcontrole en wilskracht!
Zelfcontrole, hoor ik je al denken. Ik moet gewoon betere controle hebben over mezelf. Op het moment dat ik op de bank lig en neig naar het smelten van witte chocolade op mijn tong, dan moet ik sterker zijn dan dat gevoel! Kom op Bo, waar is die wilskracht!
In de wetenschap is al erg veel onderzoek gedaan naar zelfcontrole en wilskracht en helaas is het niet zeker of we dit aan kunnen leren. Het is dus fijn als je van nature wilskrachtig bent, maar dikke pech als dit niet zo is.
Terwijl ik dit schrijf, stop ik een stukje witte chocolade in mijn mond. Het voelt goed. Ik haal mijn schouders op en schreeuw ‘lekker puh’ naar mijn kritische, altijd beterwetende stem in mij. ‘Kwestie van pure pech!’ roep ik er achteraan, ‘Ik heb gewoon geen zelfcontrole!’
Maar zo makkelijk kom ik er niet vanaf, lees ik later. We kunnen namelijk wél iets leren van mensen die veel zelfcontrole en wilskracht hebben. Het blijkt een illusie te zijn dat deze mensen beter zijn in ‘nee’ zeggen of beter hun impulsen kunnen beheersen (is het leven toch minder oneerlijk dan gedacht eh!). Deze mensen, die magischerwijs dingen voor elkaar krijgen waar jij en ik van gaan kwijlen, hebben simpelweg betere routines!
Nu komt het
Ja, echt! Zo simpel is het. Deze mensen hoeven die zelfcontrole of die wilskracht gewoon een stuk minder vaak te gebruiken omdat ze betere gewoontes en routines hebben. Zij hebben niet een mechanisme van moeder aarde gekregen met een gouden randje, een flirtende, aantrekkelijke automatische piloot die perfect aansluit op hun wil.
Nee. Mensen met meer zelfcontrole zijn beter in het nastreven van lange termijndoelen omdat ze minder gebruik hoeven te maken van die zelfcontrole!
Uhh ja, duhh
Oké, misschien voor jou als lezer niet heel spannend en nieuw, maar ik stond even perplex. Want als je dit doordenkt dan betekent dat, dat als we nieuwe gewoontes laten concurreren met oude, we best makkelijk onze voornemens en doelen kunnen behalen. Geen wilskracht of zelfcontrole voor nodig!
Verrek, de eerstvolgende keer dat ik op de bank kruip, mijn laptop op schoot en 10 minuten Netflix kijk, verlang ik alweer naar het zoete brokje suiker. Mijn lichaam is zo gewend aan chocolade tijdens het Netflixen, dat het automatisch een seintje geeft: ‘Het is weer tijd voor wat lekkers!’
Aangezien ik weet dat protesteren nu geen zin heeft, niet voordat ik er een andere routine voor in de plaats heb gevonden, loop ik triomfantelijk naar de kast met mijn chocoladerepen. Ik weet nog niet precies hoe ik zo’n gewoonte moet veranderen dus voor het zover is, (in mijn volgende blog hier meer over), open ik zonder schuldgevoel en helemaal in mijn element het keukenkastje.