Als januarikind jarig zijn in de zomer

Ik ben jarig. Jarig terwijl de zon schijnt. Misschien is het de zon, misschien het feit dat de mensen hier niet weten dat deze dame 23 is geworden, maar deze dag voelt hetzelfde als die van gister. En eergisteren.

Doorgewinterd

Op mijn verjaardag is het (voor zover ik weet) al 22 jaar koud, winderig en vroeg donker. Er is een kans dat ik daardoor serieuzer van aard ben. Zwaarmoediger misschien. Een denker, een doorgewinterde ambitieuze filosofiestudente. Omdat ik praten over eindigheid heerlijk vind, schrijven over betekenis geven aan het leven een plicht en lezen over grote intellectuelen een uitdaging.

Mijn moeder zei vroeger wel eens dat ik beren op de weg zag. Dat ik niet zo ‘zwaar op de hand’ moest zijn. Maar ik vind beren mooie wilde dieren. Heb jij ooit een grote bruine grizzlybeer op de weg gezien terwijl je in je gehuurde jeep een rondreis maakte door West-Canada? Nee eh? Ik dus wel.

Interessante, aantrekkelijke en grote grizzlyberen

Soms begreep ik die uitdrukking niet zo goed. Beren op de weg zien lijkt iets negatiefs in zich te dragen. Maar de beren die ik zag waren niet per direct gevaarlijk. Eerder groot en met een enorme aantrekkingskracht. Van nature ben ik een nieuwsgierig type en als je je jeep verlaat en uitstapt om zo’n beer aan te raken, tja.. dan doet dat soms pijn.

Die pijn kan diep gaan. Dat heb ik als 15-jarige geweten. Moeite met meedoen in een wereld waar we eigenlijk niet zo goed weten wat te doen. Moeite om mee te doen met het toneelstuk dat leven heet. Moeite omdat ik een pijn voelde in mij waar ik later in de filosofie pas woorden voor kreeg.

Het houdt mij in ieder geval niet tegen om met mensen het gesprek aan te gaan. Om taboes op tafel te gooien en de schrik van hun gezicht te lezen als ik ze wil voorstellen aan een aantal beren. Zwaarmoedigheid of beren op de weg zien is iets anders dan openstaan voor de niet uitgesproken aannames die mensen geneigd zijn te zien als waarheid.

Dat ik wil praten over pedofilie, slechts om ruimte te scheppen in iemands brein en kortzichtigheid in het denken weg te nemen, wil niet zeggen dat ik een voorstander ben van kindermisbruik. Als ik vraag waarom we (het) leven koste wat het kost moeten waarderen en leuk moeten vinden, wil dat niet zeggen dat ik depressief ben.

Een januarikind

Mijn moeder wilde een lentekind. Een meikindje. Het klonk haar goed in de oren en misschien had ik dan minder nagedacht over dingen waar mensen het eigenlijk helemaal niet over willen hebben. Wegkijken en doodgaan is makkelijker dan uit de jeep stappen, beren aaien, pijn voelen en doodgaan. Toch zou ik er zelf niet voor willen kiezen.

Hoeveel zinloosheid er ook door mij heen zal razen in dit leven, ik ben altijd gelukkiger mét mijn filosofieboek onder mijn arm dan zonder. En zeg nu zelf: zijn er heel veel mensen die in hun leven een beer hebben aangeraakt? Ik geniet er keer op keer van. De gevolgen neem ik voor lief. Ik ben en blijf toch een januarikind.


Als geld verdienen alles overheerst, ook onze relaties

Alles is te koop, ook jij
Alles kunnen we verkopen, ook mij

Mijn ukeleleleraar en ik

Het is maandagavond. Luis pakt zijn ukelele en kijkt me met een grote grijns aan: ‘Ben je er weer klaar voor?’ zegt hij met zijn Mexicaanse accent.
‘Goed geoefend?’ Ik glimlach en samen spelen en zingen we Umbrella van Rihanna.

‘When the sun shines we’ll shine together
Told you I’ll be here forever that I’ll always be your friend’

Ukelele spelen voor niks

5 maanden geleden zocht ik een ukeleleleraar. Via facebook kwam ik in contact met Luis, een Mexicaanse man die erg muzikaal is. Bij de eerste afspraak vroeg ik direct wat het ging kosten: een uur spelen per week. Hij keek me glimlachend aan en zijn vrouw schoot in de lach. ‘Niks natuurlijk. Wij vinden het hartstikke leuk om samen met jou een uur in de week ukelele te spelen!’

Huh? Ik snapte er niks van. Waarom zou je geen geld vragen als ik bereid was geld te geven? Je zou elke week een tientje kunnen vangen voor precies datgene wat je nu ‘voor de leuk’ doet. Ik begreep het niet. In mijn hoofd zat de overtuiging dat je met alles geld kunt verdienen.

Als kind krijg je al betaald voor allerlei klusjes en op mijn beurt betaalde ik voor muziekles, yogales, meditatieles, theaterles, bijles en filosofische avondjes uit. Het leven draait om geld uitgeven en geld verdienen. Waarom maakte Luis de beslissing geen geld te vragen voor zijn muziekles? Waarom zorgde hij er niet voor dat meer mensen die ukeleleles wilden volgen een groepje zouden vormen waaraan hij wat extra’s kon verdienen?

Luis leerde mij indirect de waarde van geld.

Verkoper of consument

Relaties tussen mensen onderling doen zich steeds meer voor als relaties tussen mens en koopwaar. In het kapitalisme verzakelijkt de sociale verhouding tussen mensen doordat mensen in eerste plaats verkoper of consument zijn. Jij kan goed sporten? Ik betaal je om mij persoonlijk te begeleiden. Leuk met kinderen? Misschien moet je onthaalouder worden, dan kun je er ook nog wat aan verdienen! Onderlinge relaties worden kouder doordat we bij zoveel handelingen betalen of betaald worden. Menselijke verhoudingen raken we kwijt omdat de relatie tussen mensen wordt zoals de relatie tussen dingen. We hoeven geen lichamelijk contact meer te hebben aangezien we veel via internet kunnen kopen en gaan als het moet zelfscannend de supermarkt door.

Als ik betaald had gehad voor mijn ukelelelessen, had ik nu nooit zo goed bevriend geweest met Luis. Ik had eisen en verwachtingen gehad. Ik had elke week afgewogen of mijn 10 euro het wel waard was en tijdens de lange avonden die we praatten over filosofie, had ik mezelf continu afgevraagd of ik hun tijd niet stond te verdoen. Je krijgt ukeleleles maar je moet iets terug doen, via geld betaal je je schuld af. Ik zou ze hebben afgekocht zodat er geen scheve verhouding zou ontstaan. De relatie zou verzakelijken. Ik ben immers een betalende klant, hij verkoopt mij zijn vaardigheid en tijd.

Hoe heeft het zo ver kunnen komen?

Winst maken en geld verdienen stijgt uit boven onze menselijke belangen. De betekenis van het leven vervaagt als er geld verdiend kan worden. Geld is al lang geen middel meer om in je onderhoud te voorzien, zoals het ooit bedoeld was. Het is een ding dat op zichzelf staat. Het is verzelfstandigd. We willen geld verdienen om nog meer geld te hebben zonder dat we beseffen dat geld op zichzelf geen waarde kent. Geldfetisjisme. We verlangen naar het hebben van geld om het geld. Maar plaatst geld zichzelf op dit moment niet boven onze omgangsvormen, waarden en normen? Sterker nog: Staat geld niet boven sociale relaties? Als relaties tussen mensen verzakelijken omdat we elkaar in eerste instantie niet zien als sociaal dier, mens, vreemde of vriend maar als koper of verkoper, hoe komen we dan nog tot elkaar?

Luis verzet zich tegen het kapitalistische idee om overal geld mee te verdienen. Luis leerde me indirect dat geld veel kapot kan maken. Dat er niet altijd iets tegenover hoeft te staan wanneer jij je tijd besteedt en je vaardigheden leert aan anderen. ‘Dankbaarheid,’ zei hij, ‘is één van de mooiste eigenschappen van de mens’. Ik denk dat Luis onbewust weerstand bood, voor dat wat hij om zich heen zag gebeuren. Dat relaties verzakelijken op een niveau dat hem niet aanstond. Hij zou het waarschijnlijk niet op deze manier letterlijk zo hebben bedacht, maar iets in hem was in protest gekomen. In protest tegen de manier waarop we nu kijken naar andere mensen. Alsof het producten zijn. Alsof het consumenten of verkopers zijn.

Luis, zijn vrouw en ik kregen een bijzondere band. Een band die het cliché in stand houdt dat vriendschap niet te koop is. Mijn buurvrouw komt af en toe langs. Op mijn beurt leer ik haar de beginselen van het ukelelespelen. En nee, daar betaalt ze niet voor.

‘When the sun shines we’ll shine together
Told you I’ll be here forever that I’ll always be your friend’


Volwassenen rennen niet

Ik ben 22. Misschien is het hoog tijd. Hoog tijd om volwassen te worden. En volwassenen rennen niet.

Franz Josef

We staan op een camping in Franz Josef. Een dorpje vernoemd naar een gletsjer die op zijn beurt weer vernoemd is naar een keizer van Oostenrijk rond 1870. De camping is groot. Twee grote sanitaire gebouwen, rijen wasmachines en 4 keukenblokken moeten er voor zorgen dat vakantiegangers en backpackers het naar hun zin hebben.

Bij de ingang staat een koelkast met ons eten, terwijl wij aan het einde van de camping staan met onze minicampervan.

Wij zijn vergeters

Mijn vriend en ik zijn vergeters (misschien bestaat dit woord niet, in dat geval heb ik het lekker zelf bedacht). En één vergeter in de relatie is oké, dat kunnen de meeste relaties wel aan, maar twee is geen goede combinatie. We vergeten letterlijk alles.

Van onze mobiel in het toiletblok tot onze handdoek bij het douchen (waar je natuurlijk pas achterkomt als de warme stralen heerlijk je naakte huid verwennen). Van onze vuilnis achterlaten bij een dumpstation (waardoor we nog twee dagen extra met een stinkende vuilniszak in de auto moeten rondzeulen), tot chocoladepasta bij de supermarkt.

Kinderlijk naïef

Kortom: een grote camping waarbij de faciliteiten ver uit elkaar liggen is voor ons niet super handig. Vanavond, toen we in het keukenblok waren, rende ik terug naar onze campervan om de paprika uit onze koelbox te halen. Die waren we vergeten.

Eenmaal in het keukenblok rende ik terug om ook de wortel uit te gaan halen, wel zo lekker. Na het eten herkende de andere reizigers de rennende debiel die nu de halve wortel en halve paprika terug kwam leggen in de koeling.

Ineens werd ik mij pijnlijk bewust van mijn volwassenheid. Ik ben niet meer dat meisje van 8 dat alles huppelend kan doen. Of dat onschuldige elfjarige meisje dat de hele camping over rent en lachende gezichten in ontvangst neemt.

Doe maar niet

Mensen verdraaien bijna hun nek, schrikken op of springen aan de kant al probeer ik nog zo zachtjes op het knisperende grind te rennen. Het is niet normaal. En ook al heb ik een hekel aan dat woord, toch wil ik anderen niet tot last zijn.

Hardlopen als sport of rennen voor een trein oké, maar daar houdt het volwassen rennen dan ook echt mee op. De toiletten zijn 20 meter verderop en het liefst ren ik daarheen. Niet omdat ik haast heb, noch omdat ik tijd wil besparen, gewoon omdat ik dat lekker vind.

Volwassen worden gaat in stappen

Dus ik probeer volwassen te worden. Ik loop netjes naar het toilet, verwonder mij niet over de prachtige sterrenhemel ‘s nachts en ik ben chagrijnig als het regent. Ik doe mijn best, maar soms…

…heel soms als ik een jongetje van 4 in een plas zie springen en glunderend naar de hemel zie kijken terwijl het water in zijn gezicht spat, dan trek ik mijn schoenen uit en stamp met mijn blote voeten mee. Zonder dat iemand het ziet spring ik, dans ik en zing ik in de regen. En ietsje vaker ren ik gewoon naar de wc, negeer ik de blikken en ren terug.

Dat is toch niet normaal. Nee, maar volwassen worden moeten we leren. Bij de één gaat dat sneller dan bij de ander. Ik gok bij mij errrrggg traag: ben ik even blij.


Met de ambulance mee

Het ene moment zwem je in één van de mooiste meren ter wereld, het volgende moment lig je in een ambulance opweg naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis 45 minuten verderop. Het leven, een reis of een dag kan gek lopen. Zie hier mijn week:

Dinsdag 9 januari. Kevin & ik besluiten de ‘oostkust’ van Lake Pukaki te bezichtigen maar al snel voel ik me niet lekker en zoeken we een toilet op. Daarbinnen weet ik niet wat me overkomt. Ik zal jullie de details besparen maar mijn lichaam heeft besloten alles wat er op dat moment inzit uit te gooien.

Het enge: Ik verlies ontzettend veel bloed. En bloed in de ontlasting is nooit goed, dus staan we een uur later bij een huisartsenpraktijk waar ik mijn naam en wat papieren in moet vullen. Op het moment dat de vrouwelijke huisarts vraagt hoe het gaat, voel ik hoe mijn hoofd langzaam de grip op de realiteit verliest. Het verlaat de plek waar ik op dat moment ben en mijn lichaam kan enkel omvallen.

Ik hoor de huisarts een lichte gil slaken en zeggen: ‘Is she still alive? Is she still breathing?’ Ik hoor iemand rennen en probeer te fluisteren dat ik gewoon aan het flauwvallen ben. Mijn lippen gaan niet heen en weer. Ik probeer het nog een keer. Nog steeds niks. Oké, laat maar. En weg ben ik.

Met de ambulance mee

Nog geen 10 seconden later open ik mijn ogen in de wachtkamer terwijl de arts wat vragen stelt. Ik wil gaan zitten als mijn hoofd besluit dat het daar nog niet aan toe is. Een andere huisarts komt aanlopen met een rolstoel en wilt dat ik naar een aparte kamer wordt gebracht. Alles in me protesteert en eenmaal in die stoel val ik direct weer flauw en het ergste: Ik kots over iedereen heen.

Opnieuw kan ik alles verstaan maar kan ik geen teken van fysiek leven geven. Dan zie ik Kevin weer en zeg: ‘Ik proef spuug.’ Hij begint te lachen. ‘Ja dat klopt. Je hebt over de huisartsen en een man die je te hulp schoot heen gespuugd. De ambulance komt je halen en je wordt naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis gebracht in Timaru.’ Ik zucht. ‘Als ik maar beter word’.

Als ik maar beter word

Dat laatste zinnetje heb ik de laatste paar dagen enorm veel gedacht. Problemen lijken te vervagen. Wat eerst belangrijk leek, is nu niet meer dan een ‘to do list item’ voor op reis en ik irriteer me enorm aan het grote cliché: ‘Wees blij dat je gezond bent, aangezien er zoveel mensen (chronisch) ziek zijn.’

Op het moment dat je je goed voelt, heb je daar helemaal geen snars aan en we kunnen onmogelijk altijd maar dankbaar zijn voor alles en iedereen. Maar in het ziekenhuis en de dagen daarna dat ik plat lig van de medicatie, hoofdpijn en buikpijn lijkt het cliché ineens zo waar. (Ja daarom heet het een cliché, ik weet het.)

Als ik die avond rond 21:00 uit het ziekenhuis ontslagen word en ik waarschijnlijk een infectie heb opgelopen door het vele zwemmen in meren en rivieren, rijden we naar een camping verderop.

Ik heb flink wat antibiotica mee en zal over 5 dagen terug moeten bellen voor de uitslag van de bloed- en poeptest die ze hebben afgenomen. De volgende drie dagen kan ik niks behalve zielig zijn en slapen. Ik haat het om ziek te zijn. Ook zo’n vanzelfsprekendheid, wie niet eh? Maar ik haat het extra om ziek te zijn, zeg ik tegen mezelf. Gewoon omdat de dialoog aangaan met mezelf, het enige is wat ik kan doen.

Medelijden

Op dag 2 heb ik ineens medelijden met ieder mens op deze aardbol die een vorm van migraine of vaak hoofdpijn heeft. In mijn hoofd lopen verschillende sterke kerels met pikhouwelen te bikken opzoek naar diamanten. Zachtaardig gaan ze niet te werk maar luisteren doen ze niet.

Het gedreun, gestamp en gebonk in mijn hoofd gaat maar door. Als ik ergens nooit last van heb, is het hoofdpijn. Wat fijn dat ik hier eigenlijk nooit last van heb! Daar mag ik wel wat dankbaarder voor… BLEEHH gadver. Niet meer denken Bo. Die dankbaarheid komt me mijn neus uit.

Op dag 3 vind ik mezelf in de ochtend enorm zielig. Gedachtes als: ‘Waarom ik? Waarom moest mij dit overkomen?’ verban ik naar een diep donker kamertje ver in mijn lichaam met een groot slot op de deur. Aan dat soort gedachtes heb je niks en ze zijn daarnaast enorm nutteloos. Maar het gevoel dat ‘ik altijd wat heb’ verdwijnt niet.

Ik spreek mezelf streng toe: ‘Bo Kok, jij verwend nest! Je bent nu ruim 3 maanden op reis en heb je al iets gehad? Nee! Geen splinter in je vinger, geen teen gestoten! Heb je wel gedacht aan al die mensen die niet op reis kunnen? Wees dankbaar dat je dit allemaal mag doen!’

In mijn hoofd piept een klein stemmetje die nog net durft te fluisteren: ‘2 jaar geleden heb ik een oorontsteking in Amerika opgelopen hoor, daar heb ik nog heel lang last van gehad. En kun je alsjeblieft stoppen met zeggen dat ik wat dankbaarder moet zijn?’. Het stemmetje heeft al geen recht meer van spreken. Er wordt niet meer naar haar geluisterd.

Weet je wat? GOD mag me komen halen

Op dag 4 vind ik mezelf zwak. Enorm zwak. Er zijn zoveel mensen (chronisch) ziek en zie mij hier nou een beetje liggen. Doen alsof ik bijna dood ga. Ik kan niet eens 4 dagen ziek zijn want GOD kan me al snel komen halen, ik zou direct toestemmen met zijn voorstel.

Alles doet zeer. Ik voel overal een enorme spierpijn en ik kan bijna niet uit mijn ogen kijken omdat alles te fel lijkt. Diep respect voor mensen met reuma, fibromyalgie, rugpijn, migraine of eigenlijk iedere andere ziekte waar je mee moet ‘leren’ leven. Als ik beter ben, zal ik wat dankbaa… Nee, we laten het even bij respect. Bij diep respect. Diep en diep respect voor jullie.

Op dag 5 vind ik mezelf een aansteller. Lees de alinea’s hierboven waarom.

De vanzelfsprekendheid van alledag

Op dag 6 typ ik dit blog. Mijn antibioticakuur is over en de hoofdpijn, misselijkheid en duizeligheid waren nare bijwerkingen van de antibiotica. Ik heb de dokter gebeld. Geen infectie maar een bacterie blijkt mijn leven de afgelopen week goed verziekt te hebben. Ze denken aan een ernstige vorm van voedselvergiftiging maar kunnen het niet met zekerheid zeggen.

Nadat ik heb opgehangen, kijk ik even naar de lucht en durf één ding hardop en vol moed te zeggen: Wat ben ik DANKBAAR dat ik beter word en dat dit het is. Dat ik niet een of andere parasiet levenslang met me mee moet dragen of onmiddellijk met het vliegtuig terug naar Nederland moet.

Dankbaarheid is een groot goed. Ik zal het koesteren tot zij plaats moet maken voor het gewone alledaagse leven. Omdat we niet altijd maar dankbaar kunnen zijn voor alles maar heel af en toe best even stil kunnen staan, om kunnen kijken (of omhoog) voor die mensen waarbij (het) leven niet zo vanzelfsprekend is.


Wat je moet zien in Washington DC (maar dan net even anders)

Bo

In Washington zagen mijn vriend Kevin en ik de meest mooie dingen. In zo’n prachtige hoofdstad is alles ineens kunst, verbazingwekkend en speciaal. Wij vroegen ons af hoe het kan dat op reis alles ineens een extra dimensie krijgt.

Een bijzondere stoeptegel
Ik liep wekelijks op Amsterdam Centraal om de trein te pakken richting Utrecht. Hoofd voorover gebogen, snelle pas, irriterend aan langzame wandelaars of nog erger: (vooral Japanse) toeristen die zomaar stoppen om een foto te maken van een stoeptegel. Want ja, die stoeptegel lag wel hier in Amsterdam.

Kevin en ik bleken dol op Washington DC. Met dit fotoblog wil ik jullie de mooiste en bijzonderste plekjes van Washington showen. Vooral die plekjes die van grote waarde en niet-toeristisch zijn. Want Washington DC is voor iedereen zeker een aanrader!


We kennen allemaal de grote oranje pionnen, daar is niks bijzonders aan. Maar ooit wel eens de enige echte Amerikaanse Washington DC oranje pionnen gezien? Nee? IK WEL.

We kennen allemaal de grote oranje pionnen, daar is niks bijzonders aan. Maar ooit wel eens de enige echte Amerikaanse Washington DC oranje pionnen gezien? Nee? IK WEL.


In dit museum bekeken we designmeubels. In tegenstelling tot de meeste designmeubels die totaal niet praktisch maar wel duur zijn, zat deze bank heerlijk. Ga naar www.nga.gov (National Gallery of Art) voor de prijs van dit juweeltje.


Niemand maakt hier foto’s dus succes gegarandeerd! Echt bijzonder dat toeristen deze plek voorbij lopen. Als niemand kijkt, kun je best even over het hek heen klimmen, maar let op de COPS! Ze zijn overal hier in Washington DC.


De absurditeit van toerisme


Wat mensen met de toren van Pisa kunnen, kan ik met the Capitol. Zo’n selfie mag gewoon niet in je reisalbum missen. Zo charmant en dichtbij, hier kun je mensen jaloers mee maken.

Wat mensen met de toren van Pisa kunnen, kan ik met the Capitol. Zo’n selfie mag gewoon niet in je reisalbum missen. Zo charmant en dichtbij, hier kun je mensen jaloers mee maken.


Deze man in het blauw wilde graag op de foto met ons. En ik maar denken dat ik niet zo bekend was met Boisme.nl


Onderweg naar the Capitol kwamen we hier zomaar langs. Te leuk!


Jammer dat het plaatje van het schilderij zo klein is, maar het blijft een gaaf kunstwerk.


En als je dan toch het Amerikaanse gevoel op foto’s wilt uitdrukken. Dan kan een foto met een Dodge RAM 1500 niet missen.


Als je op de foto wilt met deze mega mooie machines die onze landbouw flink vooruit hebben geholpen de laatste eeuw, dan moet je in Washington DC goed opletten. Ze zijn zeldzaam in het centrum, dus extra bijzonder. Wat een geluk dat ik er twee tegenkwam!


Elke stoeptegel in Washington DC
verdient het om even bij stil te staan


Hier heb je weer zo’n echte Amerikaanse oranje pion. En ze waren bezig met wegwerkzaamheden. Wegwerkzaamheden worden de laatste jaren erg onderschat. Ik vind dat er meer aandacht moet komen voor dit grote, ondergewaarde en invloedrijke werk. Die wegwerkzaamheden zijn super belangrijk voor de Arlington Memorial BRIDGE en zeker een toeristisch en respectvol fotootje waardig.


Deze designprullenbakken (vlakbij The Washington Monument) zijn het knuffelen zeker waard!


Nog één vraagje:

Zowel in Princeton, New York als in Washington DC verbaasde Kevin en ik ons over de absurditeit dat toerisme heet. Maar is toerisme niet eigenlijk dat bewonderen waar we zelf waarde aan toe hebben gekend?


Stop vooral niet met Facebook, maar neem wel je verantwoordelijkheid

(Zie: Zondag met Lubach bye bye Facebook https://www.youtube.com/watch?v=ysa-SzNepsA  )

Ga jij vanavond offline? 
Facebook schendt onze privacy, verdient maar wat graag miljarden met onze gratis data en kan zien wat jij uitvoert op je computer. Het is een bedrijf wat zo groot is en zoveel macht heeft, dat het een meerkoppig monster is geworden.

Een mierenhoop, waarbij één enkele mier een nietig, klein wezentje is maar een mierenkolonie enorme prestaties kan leveren. Wij zijn allen individuele mieren die bijdragen aan iets heel groots. Via Hannah Arendt neem ik je mee naar dat deel van het geheel.

(G)een keuze tussen goed of fout
Het platform Facebook is niet slecht. Het is een cultureel fenomeen waarbij we informatie over de hele wereld met elkaar kunnen delen, evenementen kunnen organiseren en verjaardagen niet meer zelf hoeven te onthouden. Facebook biedt de mogelijkheid om op een digitale manier met elkaar in contact te blijven.

Het probleem is dat het hoofddoel van Facebook niet meer het ‘connecten’ van mensen is, maar het inwinnen van informatie van de gebruiker. Het raakt aan de vraag wie we zijn. Want niet het verkopen van producten staat in de mondiale economie centraal maar het achterhalen van de identiteit van de consument. En die identiteit is miljarden waard.

Waarom Arendt je kan helpen met de keuze: Wel of geen Facebook
Hannah Arendt (1906-1975) was een Joodse briljante filosoof en kwam erachter dat kwaad eigenlijk iets heel gewoons is. Iets alledaags. Adolf Eichmann werd in Jeruzalem, na de Tweede Wereldoorlog, vervolgd voor de deportatie van vele joden. Arendt verwachtte een monster in hem te zien, een psychopaat en een Jodenhater. In plaats daarvan zag ze een gewone onbeholpen man.

Het viel haar op dat de meeste nazi’s niet het gedrag vertoonde van walgelijke moordenaars maar dat ze uiterst gemiddeld, alledaags en doorsnee waren. Deze mensen voerden slechts op kleine schaal taken uit en waren zo een klein radertje, een deel van het geheel. Tezamen vormden ze een hele grote moordmachine.

Het individu zelf kon nergens van beoordeeld worden want die deed slechts wat van hem verwacht werd: dat kleine radertje zijn. Hij voerde enkel bevelen en richtlijnen uit. Volgens Arendt is dit de banaliteit van het kwaad: goed georganiseerde systemen kunnen hun onderdanen beroven van hun moraliteit. Dus nietszeggende burgers kunnen in staat zijn tot gruwelijke dingen die indruisen tegen de wetten van de ethiek.

Rauw vlees
Hannah Arendt kreeg enorm veel shit over haar heen. De oorlog lag nog vers in het geheugen, de wonden lagen nog open, het rauwe vlees was overal te zien. En toch schreef Arendt door. Het verband tussen Facebook en Arendt kwam zo duidelijk naar voren dat ik daar iets mee moest.

Want ik vraag je niet om te stoppen met Facebook. Juist niet. Ik kan het begrijpen als je er voor kiest om Facebook te houden en het allemaal een beetje onzinnig of naïef vindt want ja, Instagram, Google, Whatsapp, Twitter… Het zijn allemaal kwajongens waarvan we het gevoel hebben dat we er ‘niks’ tegen kunnen doen.

Dit is alleen geen excuus.  Als individu de handen in de lucht steken terwijl we zelf dat meerkoppig monster vormen, is absurd. Je kunt niet je schouders ophalen en enkel het kleine radertje zijn die nergens van beoordeeld of beschuldigd mag worden. Denk maar dat jij die nietige, onschuldige mier bent maar klik op dat blauwe icoontje op je smartphone en aanschouw jouw mierenkolonie.

Zoals Arendt schreef: ‘We voelen ons allemaal niet verantwoordelijk, want een goed georganiseerd systeem gaat leven door de kleine deeltaken die ieder onwetend individu uitvoert.’

Wij ZIJN Facebook
Facebook zelf is gaan leven, het is verzelfstandigd waardoor niemand zich meer echt verantwoordelijk voelt voor wat Facebook doet. Wij zijn, zoals Hannah Arendt dat zegt, ‘gemiddelde alledaagse burgers’ die onze gegevens gratis weggeven terwijl er miljarden mee worden verdiend en deze gegevens op grote schaal tegen ons gebruikt kunnen worden. Vervolgens spelen we de onschuld zelf.

We zijn de speelbal van de grote bedrijven, instanties en systemen. Maar wij ZIJN Facebook. Wij zijn allen verantwoordelijk voor hoe Facebook zich beweegt. Jij bent een deel van het geheel.

Stop vooral niet met Facebook, maar neem wel je verantwoordelijkheid.

Als gebruiker moeten we zo onze eisen stellen, als ondernemer die Facebook nota bene betaalt(!) moeten we onze eisen stellen. Omdat er goede privacywetten moeten komen, onze gratis data niet voor miljarden verkocht mag worden en omdat Facebook niet moet doen alsof ze mensen samen willen brengen terwijl ze eigenlijk een verkapte commerciële geldmachine is.


A compliment makes my day

A compliment makes my day

Bloedheet en -mooi
Ik sta in de rij bij de Kruidvat te wachten tot de caissière mij met een gemaakte lach begroet. Ik neem het haar niet kwalijk, het is bloedheet en benauwd druk in de winkel. De vrouw voor mij draait zich om en zegt: ‘Wat ben je mooi’.

Ik draai me op mijn beurt om, toch wel nieuwsgierig wie het label mooi met zich mee mag dragen. Maar als ik weer terugdraai zie ik de vrouw glimlachen en ze kijkt me aan. Ik begin te glimmen en niet overdreven te stralen. Tja, waarom ook niet. Waarom zouden we elkaar niet wat meer complimenten op straat geven?

Cliché
Ik begrijp ook wel dat van nature aangeboren schoonheid of knapheid iets anders is. Maar terwijl ik door de stad loop, besef ik ineens dat mooi zijn niet ligt in het uiterlijke plaatje maar in dat wat je uitstraalt.

Iedereen kent vast wel een persoon die niet perse heel knap is maar die iets uitstraalt, iets heeft. Een enthousiasme of ‘energie’ bevat waar je naar blijft kijken. Misschien is dat nog wel mooier dan het perfecte plaatje.

Lelijk en onzeker
Misschien heb ik nog last van de natrappen van de puberteit die me keer op keer wijzen op uiterlijke ongemakken en lelijkheid. Maar beetje bij beetje worden we mooier.

De vrouw van in de 50 zegt me gedag en knipoogt. Ik lach, recht mijn rug en zeg tegen de caissière: ‘Respect hoor, dat je hier zo zit met deze drukte en in dit weer. Succes vandaag en werk ze!’


Mag ik alsjeblieft lelijk zijn?

Bo

Van deo krijg je kanker, alleen fairtrade chocolade mag je kopen zonder schuldgevoel en zitten is het nieuwe roken. Tegenwoordig kun je maar beter verzwijgen dat je graag een half uur doucht in plaats van de ‘milieuvriendelijke’ 7 minuten en staan we in de rij voor afslankprogramma’s omdat het perfecte lichaam bestaat.

Het liefst moet ons winkelmandje vol peperdure biologische producten liggen, (waar de voedselindustrie dan weer handig gebruik van maakt) en wijzen we anderen er maar wat graag op hoe we gelukkiger, gezonder, stralender, milieuvriendelijker en zonder al te veel stress door het leven moeten gaan.

Nu kan het nog
Kevin en ik gaan op reis. Daarbij is de standaardreactie vaak: ‘Ja, moeten jullie doen! Nu kan het nog.’ Meestal knik ik stom ja terwijl een benauwd gevoel me overvalt. Hoezo? Hoezo nu kan het nog? Dit impliceert dat het later niet meer kan. Dat we later niet meer de wereld rond kunnen reizen want tja: een baan, een huis, andere verplichtingen en een pensioen dat opgebouwd moet worden.

Verwachtingen
Doordat deze verwachtingen er zijn, moeten we van alles. We moeten voldoen aan sociale verplichtingen en verwachtingen. Voor je dertigste gesetteld zijn is wel een must en het liefst zijn de eerste babykleertjes dan al gekocht. We moeten gezond eten, er stralend uitzien en geweldige ervaringen beleven. We moeten NU op reis want straks kan het niet meer. We moeten mooi zijn. En laat dat nou net iets zijn wat ik niet meer wil.

Mag ik alsjeblieft lelijk zijn?
Mag ik gewoon moe zijn? Me zo nu en dan somber voelen? Huilen omdat ik verdriet voel en boos zijn om niks? Mag ik irrationeel schreeuwen, een dag alleen maar ongezond eten en chagrijnig zijn zonder reden? Mag ik lelijk zijn? Lelijk op Snapchat, Facebook of Instagram. Mag ik gek doen zonder schaamte en druk doen zonder ADHD? Mag ik het leven zinloos vinden zonder depressie?

Mag ik alsjeblieft weer mens zijn?


Vrouwen moeten eerst worden bevrijd van andere vrouwen - Deel 3

Dit is het derde deel van het artikel, Deel 1 en Deel 2 vind je hier.

Het is tijd voor een seksuele revolutie

Volgens velen heeft de seksuele revolutie, die deels hoorde bij de Tweede Feministische golf, bijgedragen aan de gelijke verhouding tussen man en vrouw op het gebied van seks. De anticonceptiepil zorgde ervoor dat seks los kwam te staan van voortplanting en dat seks een individuele beleving werd. Seks en het huwelijk lagen hierdoor al snel in scheiding en seks werd meer en meer sociaal geaccepteerd. Waar in de jaren ‘50 seks nog ‘gemeenschap’ heette en dit alleen bestond in het huwelijk om er kinderen mee te maken, begonnen er eind jaren ‘60 steeds meer te experimenteren met meerdere partners of hadden ze seks voor het plezier.

Als ik het met oudere mensen heb over seks en dat er nog heel wat te verbeteren valt in onze maatschappij op seksueel gebied lijkt het alsof ze het niet goed begrijpen. ‘Kijk waar we vandaan komen! Wat we hebben bereikt,’ hoor ik ze denken. Ik wil op dat moment schreeuwen, stampvoeten en laten zien: ‘Nog niet genoeg! We zijn er nog niet, we zijn pas net begonnen. Het is tijd voor een seksuele revolutie!’.

Maar… een vrouw houdt toch niet van seks?

Betrouwbaarheid, integriteit, geloofwaardigheid of bescheidenheid. Stuk voor stuk containerbegrippen die we sneller koppelen aan vrouwelijkheid dan aan mannelijkheid. En niet onbelangrijk: woorden die absoluut niet passen bij seks.

Seks is niet meer weg te denken uit ons straatbeeld. Op billboards langs de weg staan half naakte vrouwen je verleidelijk aan te kijken met een flesje parfum in hun hand en in elke Nederlandse film komen er flinke vrijpartijen voor. In tijdschriften en op internet wordt er uitgebreid over seks gepraat en niks is te gek. Van squirten tot trio’s en van swingen tot tantra, het kan allemaal in ons kleine kikkerlandje. We doen alsof vrouwen geëvolueerd zijn tot seksuele wezens waarbij alles kan en mag. Maar is dat zo?

John Gray is schrijver van het boek: Mannen komen van Mars en vrouwen van Venus. Zijn boek is 25 jaar geleden een bestseller geworden en nog steeds verkoopt het boek, zelfs na al die tijd, nog goed. In dit boek schrijft Gray over de man die in niets lijkt op de vrouw en dat we deze verschillen moeten accepteren. Gray geeft bijvoorbeeld in de documentaire: ‘Sletvrees’ aan dat vrouwen niet elke dag seks willen, terwijl een man geschapen is voor dagelijkse seks. Wil een vrouw dit wel, moet ze geloven aan het label seksverslaafd. Ook neemt de sekslust van een werkende vrouw af en vermindert het de erecties van een man.

”Als vrouw zin in seks? Dan ben je volgens John Gray al snel seksverslaafd.”

Het brengt ons terug naar een tijdperk waar vrouwen niet thuis horen. Of juist wel, achter het aanrecht. Maar zo ver hoeven we niet terug in de tijd. We zien zijn woorden vertaald achter het raam bij sekswerkers. Worden hun verlangens vandaag de dag serieus genomen? En vrouwen die het liefst elk weekend met een ander slapen, worden die niet geminacht? Worden zij niet gezien als goedkoop en met een lage eigenwaarde? Want kom op, een beetje vrouw verkoopt haar lichaam niet zo goedkoop, toch?

Goedkoop hoertje

In Amerika plaatste studentenvereniging sorority een fotohokje waarbij feestgangers foto’s konden maken en die direct geüpload werden naar Facebook. Twee studenten doken samen dit hokje in en beseften niet dat hun daad via foto’s direct online te zien was. De jonge vrouw werd het mikpunt van online slut-shaming. Ze was dom, impulsief, een del, sloerie, slons en goedkoop hoertje. De vrouw, wiens verlangen op dat moment dezelfde was geweest als de man, raakte compleet geïsoleerd. Ze werd zonder pardon uit haar huis gezet, uit het cheerleaderteam, uit de studentenvereniging en haar kandidatuur voor een rechtenopleiding werd ongeldig gemaakt. En waar was de jongen? Die bleef ongestraft. Hij verloor niks, hoefde zich nergens te verontschuldigen en werd helemaal buitenspel gelaten op social media en in de kranten. Dat er toch echt twee mensen in dat hokje stonden en toch echt twee mensen seks met elkaar hadden, werd vergeten.

Waarom associëren we vrouwen die veel seks hebben met een laag IQ of weinig zelfrespect? Onderzoekers aan Cornell University ontwikkelden een onderzoek waarbij studenten de persoonlijkheid van een fictief persoon beoordeelden. Uit het onderzoek bleek dat de mannelijke studenten hun geslachtsgenoot met veel bedpartners als machtiger en succesvoller beschouwden. De vrouwelijke studenten vonden vrouwen met meer bedpartners onbewust minder competent, minder emotioneel stabiel en minder dominant dan de vrouw met een normaal aantal bedpartners. Ergens in onze maatschappij zit nog een gigantische veronderstelling dat seks en vrouwen niet de ideale combinatie is. Waarom mogen vrouwen niet net zoveel van seks houden als de man? En een nog belangrijkere vraag: Waarom laten vrouwen elkaar daarin niet vrij?

Om te beginnen…

Niks meer willen horen over feminisme of vrouwenrechten, meisjes in korte rokjes sletten noemen, dames die in een weekend goed los gaan goedkoop noemen, mannelijkheid boven vrouwelijkheid plaatsen door bepaalde taaluitingen, op dit essay neerkijken omdat jij ‘boven’ deze groep vrouwen staat… Het zijn slechts weinig voorbeelden van hoe wij vrouwen onze eigen geslachtsgenoten in de weg zitten. Om te beginnen, moeten vrouwen worden bevrijd van andere vrouwen.

 

Verder lezen? Dit is het derde en laatste deel van het artikel, Deel 1 en Deel 2 vind je hier.

Dit artikel is ook gepubliceerd in Phronèsis Magazine

Dit is het derde deel van het artikel, Deel 1 en Deel 2 vind je hier.

Het is tijd voor een seksuele revolutie

Volgens velen heeft de seksuele revolutie, die deels hoorde bij de Tweede Feministische golf, bijgedragen aan de gelijke verhouding tussen man en vrouw op het gebied van seks.

De anticonceptiepil zorgde ervoor dat seks los kwam te staan van voortplanting en dat seks een individuele beleving werd. Seks en het huwelijk lagen hierdoor al snel in scheiding en seks werd meer en meer sociaal geaccepteerd.

Waar in de jaren ‘50 seks nog ‘gemeenschap’ heette en dit alleen bestond in het huwelijk om er kinderen mee te maken, begonnen er eind jaren ‘60 steeds meer te experimenteren met meerdere partners of hadden ze seks voor het plezier.

Als ik het met oudere mensen heb over seks en dat er nog heel wat te verbeteren valt in onze maatschappij op seksueel gebied lijkt het alsof ze het niet goed begrijpen. ‘Kijk waar we vandaan komen! Wat we hebben bereikt,’ hoor ik ze denken.

Ik wil op dat moment schreeuwen, stampvoeten en laten zien: ‘Nog niet genoeg! We zijn er nog niet, we zijn pas net begonnen. Het is tijd voor een seksuele revolutie!’.

Maar… een vrouw houdt toch niet van seks?

Betrouwbaarheid, integriteit, geloofwaardigheid of bescheidenheid. Stuk voor stuk containerbegrippen die we sneller koppelen aan vrouwelijkheid dan aan mannelijkheid. En niet onbelangrijk: woorden die absoluut niet passen bij seks.

Seks is niet meer weg te denken uit ons straatbeeld. Op billboards langs de weg staan half naakte vrouwen je verleidelijk aan te kijken met een flesje parfum in hun hand en in elke Nederlandse film komen er flinke vrijpartijen voor.

In tijdschriften en op internet wordt er uitgebreid over seks gepraat en niks is te gek. Van squirten tot trio’s en van swingen tot tantra, het kan allemaal in ons kleine kikkerlandje. We doen alsof vrouwen geëvolueerd zijn tot seksuele wezens waarbij alles kan en mag. Maar is dat zo?

John Gray is schrijver van het boek: Mannen komen van Mars en vrouwen van Venus. Zijn boek is 25 jaar geleden een bestseller geworden en nog steeds verkoopt het boek, zelfs na al die tijd, nog goed. In dit boek schrijft Gray over de man die in niets lijkt op de vrouw en dat we deze verschillen moeten accepteren.

Gray geeft bijvoorbeeld in de documentaire: ‘Sletvrees’ aan dat vrouwen niet elke dag seks willen, terwijl een man geschapen is voor dagelijkse seks. Wil een vrouw dit wel, moet ze geloven aan het label seksverslaafd. Ook neemt de sekslust van een werkende vrouw af en vermindert het de erecties van een man.

”Als vrouw zin in seks? Dan ben je volgens John Gray al snel seksverslaafd.”

Het brengt ons terug naar een tijdperk waar vrouwen niet thuis horen. Of juist wel, achter het aanrecht. Maar zo ver hoeven we niet terug in de tijd.

We zien zijn woorden vertaald achter het raam bij sekswerkers. Worden hun verlangens vandaag de dag serieus genomen? En vrouwen die het liefst elk weekend met een ander slapen, worden die niet geminacht? Worden zij niet gezien als goedkoop en met een lage eigenwaarde? Want kom op, een beetje vrouw verkoopt haar lichaam niet zo goedkoop, toch?

Goedkoop hoertje

In Amerika plaatste studentenvereniging sorority een fotohokje waarbij feestgangers foto’s konden maken en die direct geüpload werden naar Facebook. Twee studenten doken samen dit hokje in en beseften niet dat hun daad via foto’s direct online te zien was. De jonge vrouw werd het mikpunt van online slut-shaming. Ze was dom, impulsief, een del, sloerie, slons en goedkoop hoertje.

De vrouw, wiens verlangen op dat moment dezelfde was geweest als de man, raakte compleet geïsoleerd. Ze werd zonder pardon uit haar huis gezet, uit het cheerleaderteam, uit de studentenvereniging en haar kandidatuur voor een rechtenopleiding werd ongeldig gemaakt.

En waar was de jongen? Die bleef ongestraft. Hij verloor niks, hoefde zich nergens te verontschuldigen en werd helemaal buitenspel gelaten op social media en in de kranten. Dat er toch echt twee mensen in dat hokje stonden en toch echt twee mensen seks met elkaar hadden, werd vergeten.

Waarom associëren we vrouwen die veel seks hebben met een laag IQ of weinig zelfrespect? Onderzoekers aan Cornell University ontwikkelden een onderzoek waarbij studenten de persoonlijkheid van een fictief persoon beoordeelden. Uit het onderzoek bleek dat de mannelijke studenten hun geslachtsgenoot met veel bedpartners als machtiger en succesvoller beschouwden.

De vrouwelijke studenten vonden vrouwen met meer bedpartners onbewust minder competent, minder emotioneel stabiel en minder dominant dan de vrouw met een normaal aantal bedpartners. Ergens in onze maatschappij zit nog een gigantische veronderstelling dat seks en vrouwen niet de ideale combinatie is.

Waarom mogen vrouwen niet net zoveel van seks houden als de man? En een nog belangrijkere vraag: Waarom laten vrouwen elkaar daarin niet vrij?

Om te beginnen…

Niks meer willen horen over feminisme of vrouwenrechten, meisjes in korte rokjes sletten noemen, dames die in een weekend goed los gaan goedkoop noemen, mannelijkheid boven vrouwelijkheid plaatsen door bepaalde taaluitingen, op dit essay neerkijken omdat jij ‘boven’ deze groep vrouwen staat…

Het zijn slechts weinig voorbeelden van hoe wij vrouwen onze eigen geslachtsgenoten in de weg zitten. Om te beginnen, moeten vrouwen worden bevrijd van andere vrouwen.

 

Verder lezen? Dit is het derde en laatste deel van het artikel, Deel 1 en Deel 2 vind je hier.

Dit artikel is ook gepubliceerd in Phronèsis Magazine


Vrouwen moeten eerst worden bevrijd van andere vrouwen - Deel 2

Dit is deel 2 van de serie: Vrouwen moeten eerst worden bevrijd van andere vrouwen. Lees hier Deel 1.

Terug in de tijd

Tijdens de Tweede Feministische Golf kwamen veel vrouwen in opstand en streden voor betaald werk en deelname aan het maatschappelijk leven. Twee bekende bewegingen waren de MVM (Man-Vrouw-Maatschappij) en de Dolle Mina’s die beide streden voor afschaffing van wettelijke discriminatie van vrouwen, legale abortus, kinderopvang en vrouwenarbeid.

Er volgde een periode waarin mishandeling en seksueel geweld tegen vrouwen werd ‘erkend’ en er kwam fundamentele kritiek op de mannelijke overheersing. Radicale groepen zoals Paarse September gingen hier erg ver in. Zo weigerden ze met mannen te praten en vonden ze feministen die niet lesbisch werden geen echte feministen. Er was behoefte aan afzondering van de man en er ontstonden vrouwencafés, vrouwenhuizen, vrouwenwoongroepen, feministische zangkoren en zelfverdedigingcursussen.

Zero Sum Game

Ondanks dat de Tweede Feministische Golf onwijs veel goede dingen heeft voortgebracht voor vrouwen en voor meer gelijkheid heeft gezorgd tussen man en vrouw, lijkt het alsof dit ten koste van het andere geslacht moest gaan. Het lijkt een ‘Zero sum game’: Wat de ene partij wint, verliest de ander.

Deze ‘Zero Sum’ situatie moeten we vermijden door geen mannen af te vallen om vrouwen op te hemelen. Vrouwen hebben in onze samenleving nog steeds een onderdrukte positie maar daar dragen we zelf aan bij.

Echte vrouwen bestaan niet

Seksisme is het vellen van een waardeoordeel op grond van iemands sekse. Zowel mannen als vrouwen doen bewust en onbewust aan seksisme. Tijdens het lezen van het boek: ‘Echte vrouwen bestaan niet’ van Yasmine Schillebeeckx, kwam ik er pas achter hoe vaak ik seksistische opmerkingen maak. Onze taal is doordrenkt van seksisme en zodra we ons daar meer bewust van zijn, kunnen we verandering teweeg brengen.

Schillebeeckx laat zien dat de hoge eisen en idealen die worden gesteld aan mannelijkheid en vrouwelijkheid voor vrijwel iedereen onhaalbaar is. ‘Een echte man is een even grote mythe als de echte vrouw. Het is een onbereikbaar, onrealistisch en vaak zelfs belachelijk ideaal dat we mannen en vrouwen opleggen.’

We worden in de media doodgegooid met de term: een echte vrouw. Een echte vrouw heeft een onverwoestbaar moederinstinct, gaat elke week naar de sportschool en verzorgd haar lichaam tot in de puntjes. Ze is trouw aan haar partner, seksueel ervaren maar ook bescheiden. Ze is zorgzaam, huiselijk, creatief en kijkt graag naar drama of romantische films. Schillebeeckx gaat zo nog even door en opvallend is dat we geen vrouwelijkheid bezitten maar vrouwelijkheid moeten bewijzen. Dit stereotype denken draagt bij aan seksisme in onze maatschappij.

Onze taal

Het zit ook diep verankerd in onze taal. ‘Een vrouw met ballen’ is de duidelijkste en direct ook de lelijkste uitspraak die voorkomt in onze taal. Want waarom moeten we een vrouw die lef heeft, zelfverzekerd is en assertief direct associëren met iets mannelijks? Stoerheid en geen blad voor de mond nemen hebben beide niks te maken met de ballen van een man. Zonder dat we het zelf doorhebben verheffen we hier mannelijkheid boven vrouwelijkheid in simpelweg een uitdrukking.

Wat is wat?

Voor mannen is vrouwelijkheid uitgegroeid tot het ultieme verwijt. Een echte belediging. Alsof iets wat wij met vrouwelijkheid associëren de mannelijkheid kan aantasten. Een opmerking als: ‘Je bent net een wijf’ lijkt erop te wijzen dat ook de man zijn mannelijkheid moet bewijzen. Daar spelen fabrikanten dan weer handig op in. De flessen shampoo en showergel voor de man zijn groot, donker en strak, ze hebben een stoer uiterlijk. Terwijl de flessen voor vrouwen kleurig, chique, zacht en roze zijn. Want stel je voor dat je als man vrouwelijke scheermesjes of vrouwelijke shampoo gebruikt en daarmee je mannelijkheid ondermijnt.

Wat maakt het eigenlijk uit dat mannen hun eigen shampoo willen en vrouwen ook? Schillebeeckx vertelt dat hier geen enkel probleem zit. De onderliggende gedachte is wel problematisch. ‘Het probleem is dat merken door het specifieke gebruik van bepaalde kleuren, slogans en verpakkingen bijdragen aan de strikte definitie van mannelijkheid.’ Mannelijkheid moet vooral niet geassocieerd worden met iets vrouwelijks. Mannelijkheid en vrouwelijkheid worden allebei geassocieerd met bepaald soort karaktereigenschappen. We zetten vrouwelijkheid daarmee recht tegenover mannelijkheid zonder goed te kunnen definiëren wat wat is.

Verder lezen? Hier vind je deel 3:
Vrouwen moeten eerst worden bevrijd van andere vrouwen Deel 3

Dit artikel is ook gepubliceerd in Phronèsis Magazine

Dit is deel 2 van de serie: Vrouwen moeten eerst worden bevrijd van andere vrouwen. Lees hier Deel 1.

Terug in de tijd

Tijdens de Tweede Feministische Golf kwamen veel vrouwen in opstand en streden voor betaald werk en deelname aan het maatschappelijk leven. Twee bekende bewegingen waren de MVM (Man-Vrouw-Maatschappij) en de Dolle Mina’s die beide streden voor afschaffing van wettelijke discriminatie van vrouwen, legale abortus, kinderopvang en vrouwenarbeid.

Er volgde een periode waarin mishandeling en seksueel geweld tegen vrouwen werd ‘erkend’ en er kwam fundamentele kritiek op de mannelijke overheersing. Radicale groepen zoals Paarse September gingen hier erg ver in.

Zo weigerden ze met mannen te praten en vonden ze feministen die niet lesbisch werden geen echte feministen. Er was behoefte aan afzondering van de man en er ontstonden vrouwencafés, vrouwenhuizen, vrouwenwoongroepen, feministische zangkoren en zelfverdedigingcursussen.

Zero Sum Game

Ondanks dat de Tweede Feministische Golf onwijs veel goede dingen heeft voortgebracht voor vrouwen en voor meer gelijkheid heeft gezorgd tussen man en vrouw, lijkt het alsof dit ten koste van het andere geslacht moest gaan. Het lijkt een ‘Zero sum game’: Wat de ene partij wint, verliest de ander.

Deze ‘Zero Sum’ situatie moeten we vermijden door geen mannen af te vallen om vrouwen op te hemelen. Vrouwen hebben in onze samenleving nog steeds een onderdrukte positie maar daar dragen we zelf aan bij.

Echte vrouwen bestaan niet

Seksisme is het vellen van een waardeoordeel op grond van iemands sekse. Zowel mannen als vrouwen doen bewust en onbewust aan seksisme. Tijdens het lezen van het boek: ‘Echte vrouwen bestaan niet’ van Yasmine Schillebeeckx, kwam ik er pas achter hoe vaak ik seksistische opmerkingen maak. Onze taal is doordrenkt van seksisme en zodra we ons daar meer bewust van zijn, kunnen we verandering teweeg brengen.

Schillebeeckx laat zien dat de hoge eisen en idealen die worden gesteld aan mannelijkheid en vrouwelijkheid voor vrijwel iedereen onhaalbaar is. ‘Een echte man is een even grote mythe als de echte vrouw. Het is een onbereikbaar, onrealistisch en vaak zelfs belachelijk ideaal dat we mannen en vrouwen opleggen.’

We worden in de media doodgegooid met de term: een echte vrouw. Een echte vrouw heeft een onverwoestbaar moederinstinct, gaat elke week naar de sportschool en verzorgd haar lichaam tot in de puntjes. Ze is trouw aan haar partner, seksueel ervaren maar ook bescheiden. Ze is zorgzaam, huiselijk, creatief en kijkt graag naar drama of romantische films.

Schillebeeckx gaat zo nog even door en opvallend is dat we geen vrouwelijkheid bezitten maar vrouwelijkheid moeten bewijzen. Dit stereotype denken draagt bij aan seksisme in onze maatschappij.

Onze taal

Het zit ook diep verankerd in onze taal. ‘Een vrouw met ballen’ is de duidelijkste en direct ook de lelijkste uitspraak die voorkomt in onze taal. Want waarom moeten we een vrouw die lef heeft, zelfverzekerd is en assertief direct associëren met iets mannelijks?

Stoerheid en geen blad voor de mond nemen hebben beide niks te maken met de ballen van een man. Zonder dat we het zelf doorhebben verheffen we hier mannelijkheid boven vrouwelijkheid in simpelweg een uitdrukking.

Wat is wat?

Voor mannen is vrouwelijkheid uitgegroeid tot het ultieme verwijt. Een echte belediging. Alsof iets wat wij met vrouwelijkheid associëren de mannelijkheid kan aantasten.

Een opmerking als: ‘Je bent net een wijf’ lijkt erop te wijzen dat ook de man zijn mannelijkheid moet bewijzen. Daar spelen fabrikanten dan weer handig op in. De flessen shampoo en showergel voor de man zijn groot, donker en strak, ze hebben een stoer uiterlijk. Terwijl de flessen voor vrouwen kleurig, chique, zacht en roze zijn. Want stel je voor dat je als man vrouwelijke scheermesjes of vrouwelijke shampoo gebruikt en daarmee je mannelijkheid ondermijnt.

Wat maakt het eigenlijk uit dat mannen hun eigen shampoo willen en vrouwen ook? Schillebeeckx vertelt dat hier geen enkel probleem zit. De onderliggende gedachte is wel problematisch. ‘Het probleem is dat merken door het specifieke gebruik van bepaalde kleuren, slogans en verpakkingen bijdragen aan de strikte definitie van mannelijkheid.’

Mannelijkheid moet vooral niet geassocieerd worden met iets vrouwelijks. Mannelijkheid en vrouwelijkheid worden allebei geassocieerd met bepaald soort karaktereigenschappen. We zetten vrouwelijkheid daarmee recht tegenover mannelijkheid zonder goed te kunnen definiëren wat wat is.

Verder lezen? Hier vind je deel 3:
Vrouwen moeten eerst worden bevrijd van andere vrouwen Deel 3

Dit artikel is ook gepubliceerd in Phronèsis Magazine