Afgestudeerd Toegepast Filosoof: Bo Kok op Boïsme

Mijn laatste dag als student Toegepaste Filosofie

Het geluid van mijn wekker dringt net iets sneller tot me door dan anders. Alsof mijn hand al lag te wachten om zanger Eloi van de band Kensington de mond te snoeren. Normaal is het zijn taak om me terug te brengen van een fantasievolle droomwereld naar een werkelijkheid vol to-do lijstjes. Die to-do lijstjes zullen voor even slinken. Vandaag komt er hopelijk witte rook uit de schoorsteen. 

Afstuderen in de filosofie
4,5 jaar geleden begon ik aan dit filosofische avontuur met een nieuwe liefde en al snel een Nieuw-Zeelands tussenjaar. Na hard werken mocht ik 7 maanden geleden beginnen met afstuderen. Het advies ‘blijf thuis’ kwam soms goed uit. Zonder kroegen, lezingen, festivals, filosofieworkshops, dagjes weg, verjaardagen en meer, lag de focus zonder enig schuldgevoel bij het schrijven van mijn scriptie.

Toch was het geen makkelijk proces. Opnieuw had ik moeite om mezelf niet voorbij te lopen. Vriendinnen vertelden over hun strubbelingen, vooral het gebrek aan discipline. Ik vertelde over mijn doorgeslagen werkdrift. Een half jaar lang ging op iedere vrije dag mijn wekker om 7.30, om vervolgens achter mijn laptop te kruipen en daar soms pas ’s avonds weer achter vandaan te komen. Ieder zijn eigen leerproces, dacht ik dan.

Later als ik groot ben
De laatste twee maanden vroegen veel mensen aan mij wat ik hierna ga doen. Ik vond dat een vervelende vraag. Alsof zij gemakkelijk over die hoge drempel heen konden stappen die ik nog over moest: het verdedigen van mijn scriptie. Alsof later altijd belangrijker was dan nu. Alsof ik al met één been over die drempel moest staan, mijn hand boven mijn ogen, turend in de verte.

Ik wilde nog niet weten wat er zou gebeuren als ik uiteindelijk over die drempel zou stappen. Als ik over dat muurtje heen zou klimmen, op de rand mocht gaan staan, een laatste keer om zou kijken naar mijn scriptiebegeleider en hij dan de legendarische woorden zou zeggen: ‘Spring maar Bo, de wereld ligt aan je voeten’.

Hoe nu verder?
Nu mijn verdedigingsgesprek nadert, weet ik het antwoord. Tijdens een van mijn vele wandelingen dacht ik namelijk aan het woord ‘later’. Ik besloot later niet nodig te hebben. Want zelfs als later verschijnt in het moment, zullen we haar niet meer herkennen. Later zal zich ieder moment aanpassen en vervormen. Ze zal ons doen verlangen naar een toekomst die wellicht nooit komt. Net als nostalgie ons kan doen verlangen naar een verleden dat er misschien wel nooit is geweest.

Maar voor de mensen die het toch willen weten. Ik heb mijn antwoord klaar. Het antwoord op de vraag wat ik ‘hierna’ ga doen. Hierna zal ik mijn zoete weekenddromen niet meer laten verstoren door de intieme klanken van Eloi zijn stem. Laat mij maar slapen. Zaterdag zal ik voor het eerst in lange tijd mijn wekker niet zetten.

Tot zover mijn later. Tot later.