A compliment makes my day

Bloedheet en -mooi
Ik sta in de rij bij de Kruidvat te wachten tot de caissière mij met een gemaakte lach begroet. Ik neem het haar niet kwalijk, het is bloedheet en benauwd druk in de winkel. De vrouw voor mij draait zich om en zegt: ‘Wat ben je mooi’.

Ik draai me op mijn beurt om, toch wel nieuwsgierig wie het label mooi met zich mee mag dragen. Maar als ik weer terugdraai zie ik de vrouw glimlachen en ze kijkt me aan. Ik begin te glimmen en niet overdreven te stralen. Tja, waarom ook niet. Waarom zouden we elkaar niet wat meer complimenten op straat geven?

Cliché
Ik begrijp ook wel dat van nature aangeboren schoonheid of knapheid iets anders is. Maar terwijl ik door de stad loop, besef ik ineens dat mooi zijn niet ligt in het uiterlijke plaatje maar in dat wat je uitstraalt.

Iedereen kent vast wel een persoon die niet perse heel knap is maar die iets uitstraalt, iets heeft. Een enthousiasme of ‘energie’ bevat waar je naar blijft kijken. Misschien is dat nog wel mooier dan het perfecte plaatje.

Lelijk en onzeker
Misschien heb ik nog last van de natrappen van de puberteit die me keer op keer wijzen op uiterlijke ongemakken en lelijkheid. Maar beetje bij beetje worden we mooier.

De vrouw van in de 50 zegt me gedag en knipoogt. Ik lach, recht mijn rug en zeg tegen de caissière: ‘Respect hoor, dat je hier zo zit met deze drukte en in dit weer. Succes vandaag en werk ze!’