Koningsdag. Het dubbele gevoel overviel me al een aantal dagen eerder. Wetende dat ik eigenlijk plannen moest maken, werd alles wat ik voelde en dacht door mezelf aan kritiek onderworpen. De tegenstrijdigheid in mij was niet te houden. Ik ging er dubbel van zien (geen bier of een feestje voor nodig).
In Amsterdam, daar gebeurt ‘het’
Ik wilde naar Amsterdam, al was het in mijn eentje. Slenteren door de drukke straten, glimlachend naar al die mensen die zich voor één dag verbonden voelden met hen die ook oranje droegen.
Een kleur als schakel tussen vele individuen die elkaar in het dagelijks leven niet zouden zien (staan).
Balanceren in oranje kleding met een regenboogvlag
Waar we met Gay Pride het recht op diversiteit en verschil opeisen, vieren en verdedigen, kiezen we op Koningsdag gezamenlijk voor dezelfde kleur.
Een samenleving gedijt goed bij die balans. Aan de ene kant het samenzijn, je verbonden voelen met je eigen land (of eigenlijk met de mensen om je heen) en je onderdeel voelen van iets groters. Aan de andere kant de vrijheid hebben je eigen weg te gaan, je ware ‘aard’ te tonen en je talenten op een unieke wijze te mogen combineren.
Koningstompouce en Snot
Gisterochtend trok ik mijn oranje jumpsuit aan, kneedde wat Snot in mijn krullen (ja echt, zo heet dus een bepaald soort gel voor in mijn haar. Ik weet ook niet wie dat heeft bedacht, maar verschil moest gevierd worden toch? Sommigen hebben blijkbaar het ’talent’ om dit soort namen te bedenken) en ik pakte mijn oranje bandana uit de kast.
Nog voor ik mijn koningstompouce om 10.00 ’s ochtends bij mijn ouders goed en wel had weggewerkt, had ik al spijt van mijn beslissing ‘niet zoveel te ondernemen’ met Koningsdag. Ik zou naar De Rijp fietsen, mijn favoriete honden knuffelen en mijn oranje verkleedkleren showen in het dorp. Maar in de media zag ik ‘festivalgezelligheid’ (zelfbedacht woord. Na even Googelen toch niet zo zelfbedacht maar goed) ik voelde me dus alleen.
Gedeeld leed is half leed
Ik bleek niet de enige. Collega’s en vrienden staken hun handen uit de mouwen in de supermarkt en in de zorg, sommige bekenden bleken ook niet veel ‘op de planning’ te hebben en andere zaten thuis zich net zo alleen te voelen als ik.
Wat was dat een fijn gevoel, die gedeelde ‘onthouding’. Koningsdag ging ten slotte om die ene kleur oranje, waarin we elkaar vinden en herkennen. En daar lag ik: met mijn oranje bandana in mijn haar, op de bank berichten lezend van mensen die net als ik ook ‘dubbelzagen’ van het conflict in zichzelf. Toch niet zo alleen dus.