Ik zie een vogel

Gedichtjes
Ik zie een vogel
Ik zag een grote zwarte vogel op de piste en mijn blik kon zich er niet van losmaken. Ik zette vol kracht op mijn dalski waardoor ik met een klap tot stilstand kwam. Naast mij vloog een skileraar rakelings aan mij voorbij, eindelijk verlost van zijn klasje.
Voor even werd het stil in mij. Dat gebeurt wel vaker als ik mij tussen grote groepen zorgeloze mensen begeef.
Deze keer: Ik zie een vogel. Vorige keer: Ik zeg nee!
Wat als jij zelf Oekraïne zou zijn? Filosoferen met kinderen
Filosoferen met groep 7/8 over de oorlog. Ik merkte dat er behoefte was aan informatie, duiding, een duidelijk verhaal. Maar juist dat schiet er in tijden van oorlog bij in. Het doet me denken aan wat ik laatst las: ‘Het eerste grote slachtoffer van oorlog, is altijd de waarheid.’
Een lekkere bak vla
Een eenduidig, hapklaar verhaal waar je bijna niet op hoeft te kauwen om het door te slikken is zeldzaam in dit informatietijdperk. Waar ingewikkelde recepten je om de oren vliegen, is er steeds meer behoefte aan een simpel toetje als vla.
Als ik trek in vla heb, dan kijk ik graag naar het jeugdjournaal. Dan heb ik alle tijd om eens rustig te proeven, in plaats van verstikt te raken in de hoeveelheid smaken, kleuren, ingrediënten en smarties.
De meeste verhalen en gebeurtenissen zijn een stuk complexer dan dat ze in eerste instantie lijken of doen voorkomen. Dat geldt ook voor de items in het jeugdjournaal. Maar om complexere materie te kunnen begrijpen is een makkelijk verteerbaar toetje geen overbodige luxe. Al is het maar om daarna een overvloedig dessert zacht te kunnen laten landen.
Beginsituatie
Een vaardigheid die ontwikkeld kan worden tijdens het filosoferen is het kunnen uitstellen van (te snel getrokken) conclusies.
Gisteren sprak ik met een groep andere kinderfilosofen over het verschil tussen kennis overbrengen over een bepaald onderwerp en filosoferen over datzelfde onderwerp. Hebben kinderen eerst bepaald soort kennis nodig om deze vervolgens te kunnen bevragen?
Van abstract, naar concreet
Uiteindelijk, tijdens mijn lessen, vond ik een weg om de oorlog daar te laten en het zware onderwerp terug te brengen tot slechts een vergelijking. We hadden zojuist besproken of we als Nederland Oekraïne zouden moeten helpen. En wat we dan zouden kunnen doen.
Ik vroeg de kinderen zich Poetin voor te stellen als een pestkop en Oekraïne als de gepeste. Wat heeft de gepeste, die kwetsbaar is, nodig?
Reacties waren er in overvloed maar de opvallendste en meest terugkerende was toch wel: ‘Als jij zelf te zwak bent om bescherming te bieden, dan heb je hulp van andere landen nodig.’
Geldt dat ook in de klas? Of op school?
‘Als iemand zich in de klas zou voelen zoals Oekraïne zich nu voelt, zei Rasja (11), dan zouden alle andere kinderen net als veel landen nu doen, dit kind kunnen helpen.’
Hoe zouden we dat kunnen doen? Hoe komen we er überhaupt achter of een kind zich voelt als Oekraïne?
Een toetje toe
En zo was het gesprek weer in de klas. Van een abstracte oorlog, naar de dagelijkse praktijk. Mijn ondertussen klotsende oksels konden weer beginnen met opdrogen.
Het filosoferen raakte hier de vreedzame school (een programma voor sociale competentie en democratisch burgerschap) en dat vond ik eigenlijk wel best. ’s Avonds nam ik als beloning een overheerlijk kommetje gele vla.
Ik zeg nee!

Gedichtjes
Ik zeg nee!
Wie vormt er geen glimlach op het gezicht bij het zien van een peuter met rode regenlaarsjes die stampt in de plassen? En wie grinnikt er niet (behalve de ouders dan) stiekem bij de zelfverzekerde ‘nee’ die zo typerend is voor deze leeftijd? Deze keer: Ik zeg nee! Vorige keer: Een nieuwe liefde
Als je les gaat over doorzetten en de les mislukt - Filosoferen met kinderen
Ik had een les voorbereid over doorzetten. Een aantal maanden eerder had ik ‘m gegeven aan groep 7/8, in een andere vorm weliswaar, maar het idee bleef hetzelfde. ‘Wat hebben we nodig als we door willen zetten?’
Dombo de olifant
Groep 3/4. Het woord doorzetten bleek nog niet te bestaan, laat staan de betekenis achter het woord en ik wist dat niet. Tijdens mijn les kwam ik erachter dat ik veel te abstract bezig was.
Ik vertelde eerst een verhaal over een dikke olifant die zich verveelde in de dierentuin en vrijheid wilde proeven. Iedereen vond dat hij thuis hoorde in de dierentuin maar het grote gevaarte wilde het tegendeel bewijzen.
Na het verhaal praatten we wat na en uiteindelijk vroeg ik: ‘Wat heb jij nodig als je wil doorzetten?’
Nu komt het
Nou, goed. Er kwam niks uit. Bleek dat de kinderen geen idee hadden wat doorzetten was. En ook toen ik via het verhaal vroeg hoe we konden ontdekken wat het was, kwam het gesprek niet op gang. Echt filosoferen hebben we dus niet gedaan. Pas de laatste vijf minuten zag ik ineens een manier om ze ‘aan’ te krijgen en aan te sluiten bij hun belevingswereld.
Te laat voor deze klas, maar aangezien ik er nog 7 had deze week, kon ik het geleerde meenemen naar de volgende les.
Torenhoge verwachtingen en teleurstelling
In het begin had ik torenhoge verwachtingen van mezelf en ook van de klassen. Bijna iedere les was ik teleurgesteld, aangezien de praktijk een slechte weergave is van de ideeënwereld waar mijn hoofd vol mee zit.
Die verwachtingen heb ik langzaam bijgesteld. Ik heb geleerd dat het filosoferen zelf een middel is om andere doelen te bereiken, hoe klein ook. En soms filosoferen we niet echt, duiken we niet de diepte in, loopt het gesprek niet lekker, maar zijn er alsnog vaardigheden/doelen die worden aangeraakt. Hoe klein ook.
Terug naar de les
In de tweede les vroeg ik de kinderen om met mij na te denken wat de olifant nodig zou hebben om te kunnen ontsnappen. Zouden we verschillende ontsnappingspogingen kunnen bedenken met ons creatieve brein?
Het werd een mooie les waarin ik voor de kinderen de vertaalslag maakte naar onze wereld door het stellen van vragen.
Verschillende ontsnappingspogingen
De olifant ontsnapte volgens een kind via een ladder en soms hebben we inderdaad materialen nodig om door te kunnen zetten. Welke materialen zouden we nodig kunnen hebben als het met rekenen niet lekker gaat?
De olifant ontsnapte met de hulp van de bewakers. Inderdaad, soms heb je hulp nodig van andere mensen als je door wil kunnen zetten.
De olifant ontsnapte door heel hoog te springen. ‘Wat heeft hij daarvoor nodig?’ De kinderen: ‘Kracht, energie en sterke spieren.’
‘Soms hebben we kracht, energie en sterke spieren nodig om door te gaan als we iets moeilijk vinden. Zou iemand een ander voorbeeld kunnen noemen waarvoor je deze drie dingen nodig hebt?’
De olifant ontsnapte door heel veel te poepen waardoor de bewakers flauw zouden vallen van de lucht en hij kon ontsnappen. Wat had de olifant daarvoor nodig, vroeg ik aan Miguel. ‘Zijn eigen lichaam en zijn hersens om het plan uit te denken’, antwoordde hij.
Doorzetten
Als je les gaat over doorzetten en je les mislukt, dan ga je door. Wat ik daarvoor nodig heb?
– Een mooie werkplek waar de mogelijkheid er is om te vallen, uit te proberen en op te krabbelen.
– Meerdere klassen in dezelfde leeftijdsgroep waardoor je dezelfde les opnieuw en opnieuw aan kan passen en veranderen.
– Mildheid en geduld met en naar mezelf toe.
Een nieuwe liefde

Gedichtjes
Een nieuwe liefde
Mijn zus is zwanger. We weten nog niet of het een meisje of jongen wordt. Ik heb lang getwijfeld over de kleuren maar uiteindelijk koos ik voor zandkleurig, neutraal en zacht. Tijdens de babyshower heb ik haar ermee verrast. Het is bijna zover, ik word tante!
Dit keer: Een nieuwe liefde! Vorige keer: Mijn eiland.
Waarom een schoonmaker de baas is - Filosoferen met kinderen
Filosoferen kenmerkt zich door een beweging die heen en weer gaat tussen concrete en abstracte vragen. Tijdens het filosoferen met kinderen probeer ik hierin een balans te vinden. Zo kan een stimulus, bijvoorbeeld een verhaal, aanleiding zijn tot de vraag: Waarom heeft de hond in het verhaal geen naam? Dit kan dan leiden tot een algemenere vraag: Waar komen namen vandaan?
Ik ben de koning! Ik ben de baas!
Deze week filosofeerde ik met 7 klassen, variërend van groep 3 t/m groep 5 over ‘de baas zijn’. Als leidraad gebruikte ik het verhaal: ‘Ik ben de koning! Ik ben de baas!’ uit het boek Kan niet bestaat niet van Fabien van der Ham.
Sommige kinderfilosofen stellen dat jonge kinderen de beste filosofen zijn. Daar ben ik het niet mee eens, maar dat jonge kinderen nog niet vastzitten in een bepaald denkkader en niet geremd worden door een hoeveelheid kennis zorgt er zeker voor dat er verrassende redeneringen worden gedaan.
Dit is niet alleen ontzettend plezierig, ze leren ook al op hun eigen niveau juist redeneren, hun gedachten onder woorden brengen en sociaal-communicatief vaardig te zijn. Ze leren al op een creatieve wijze te denken en verbanden te leggen.
De baas zijn en de baas spelen
Vandaag was het Sam, die op een mooie manier liet zien waar het jonge kind nog toe in staat is. We dachten met elkaar na over ‘de baas zijn’. Over het verschil tussen de baas zijn en de baas spelen (twee verschillende begrippen, twee verschillende betekenissen) en over waar de koning nu eigenlijk de baas over is.
Het verhaal dat ik voor had gelezen ging namelijk over een koning die in het zwembad niet de baas was (hij mocht geen bommetje doen van de badmeester), die in het verkeer niet de baas was (hij mocht niet te snel rijden van de agent) en die thuis niet de baas was (hij mocht niet eens met zijn handen eten want er was een andere keizer op bezoek). Maar hij was toch de koning? Hij was de baas!
Wie is de baas?
Nadat we over het verhaal hadden nagedacht breidde ik de vragen uit. Waar was de juf de baas? Over wie? En waar de brandweerman? En was de brandweerman meer de baas dan de juf?
Alle kinderen kregen nu in tweetallen (gelamineerde) plaatjes van bepaalde beroepen. Deze mochten ze op een lijn leggen van helemaal niet de baas naar heel erg de baas. Terwijl de meeste kinderen de agent op de eerste plek hadden liggen, lag die bij Sam en Iris op plek 2. Zij hadden namelijk de schoonmaker op plek 1. En nu moet je, voordat je verder leest, eens nadenken waarom de schoonmaker van alle andere beroepen, het meest de baas is. Probeer het maar.
De redenering van Sam en Iris (groep 3):
Sam: ‘Een schoonmaker is van al deze mensen de meeste tijd alleen. Want een schoonmaker werkt vaak ’s avonds of heel vroeg. Je bent het meest de baas als je alleen bent omdat je dan dingen op je eigen manier kan doen. Je kunt dansen met de bezem en je kunt het beste de baas zijn over jezelf. Want als je alleen bent kun je het meest de baas zijn over jezelf.’
Het gaat er niet om dat dit een waterdichte redenering is, dat ie volledig correct is of dat er niet ontzettend veel aannames inzitten waaraan getwijfeld kan worden. Jonge kinderen zijn dan ook geen filosofen, zoals ik al eerder zei, maar we kunnen ze wel leren denken. Sam laat hier op een hele mooie manier zien waarom een schoonmaker voor hem het meest de baas is.
Net als dat we rekenen en taal moeten leren, word je ook niet automatisch geboren met goede denkvaardigheden. Je wordt geboren met een bepaald vermogen tot of een bepaalde capaciteit om het te leren. Leren denken dus. Groep 3/4 is in ieder geval al erg goed op weg!
Hij is mijn liefste mens
Bezien
Zie het als falen
Zie het als strijd
Zie het als dansen
of als verwijt
Zie het lachen,
de pijn
Zie het verschil,
de angst of de schijn
Zie ons
Gevuld of verlaten
Gevormd of verzonnen
Gekweld van vreugde,
slenterend door straten
Zie een jaar
Een dag
Een verleden erbij
Wees verloren
Voel je een winnaar
Kijk naar vandaag en vrij met mij
Mijn eiland

Gedichtjes
Mijn eiland
Sinds kort ben ik weer begonnen met dichten en tekenen. Als kind schreef ik al gedichtjes en verhalen, altijd op zoek naar de juiste taal om emoties en gevoelens uit te kunnen drukken.
Zowel het gedichtje als de tekeningen heb ik zelf geschreven en getekend, dit keer mijn favoriete eiland! Volgende keer: Een nieuwe liefde.
Hoe zou jij je eigen eiland inrichten?
Omring je in 2022 slechts nog met positieve mensen
‘Omring je in 2022 slechts nog met positieve mensen’
Deze zin kwam in mijn timeline op Facebook binnen en zoals je dat soms hebt bij braken, bereikte ik net te laat de wc om ‘m uit te kotsen en door te trekken.
Het hoopje misselijkmakende positiviteit quotes lag daar vlak naast de pot een beetje ellendig te wezen. ‘HA! Weten jullie ook eens hoe dat voelt,’ riep ik met de vieze nasmaak nog in mijn mond.
Verschillende brillen, verschillende mensen
Je slechts omringen met positieve mensen zou onder het mom van waar je mee omgaat word je mee besmet, goed zijn voor je eigen geluk. Leuk voor dat geluk. Maar wie is er dan voor hen die wel een beetje positiviteit in het leven kunnen gebruiken omdat zij in de loop van het leven hun gekleurde bril zijn kwijtgeraakt? Of voor die mensen die zijn geboren met donkere glazen?
Als we ons allemaal maar willen omringen met bepaalde positieve mensen en positieve vibes, wie is er dan voor mij als het niet zo goed met me gaat? Bij wie kan ik terecht als ik door lange periodes van somberheid moet? Als leven pijn doet?
Want dat er in het leven dingen gebeuren die pijn doen, is net zo zeker als dat we liefde en andere mensen nodig hebben om die pijn te verlichten.
2022
Ik wens iedereen een fijn en mooi 2022 waarin er minder positiviteit quotes en nep wijsheden op je timeline mogen verschijnen.
En natuurlijk een jaar waarin je beseft dat je niet moet wachten op een goede dag, maar dat je die zelf moet maken! Jup, al onderweg naar de wc!
Net aan gered dus smile op mijn gezicht want een dag niet gelachen is een dag niet ge… Bleehhh
Geen talent: 'Het is maar een hobby Bo, gewoon een hobby'
Van jongs af aan worden we gestimuleerd dat te doen waar we goed in zijn. Maar het is niet voor niets dat mijn generatie (millennials) en de generatie na mij (generatie Z) minder hobby’s heeft dan ooit eerder is vernomen.
Oké, misschien heeft dat iets te maken met het digitale tijdperk, maar onze kijk op het kapitalisme heeft hier, naast ons nutsdenken, zeker ook een bijdrage in.
Money, money, money
Als je iets leuk vindt en je bent er vaak mee bezig, dan moet je er eigenlijk gelijk je werk van maken. Van alle kanten wordt dit ook benoemd: ‘Misschien kun je het verkopen, jezelf in laten huren, je eigen bedrijfje hierin beginnen?’
Ik hoor dan vaak: ‘Als je van je hobby je werk maakt, dan hoef je nooit meer te werken’. (Dit is een afgeleide van Confucius die zei: ‘Als je een baan vindt die bij je past, dan hoef je nooit meer te werken’.) Maar als je van je hobby je werk maakt, dan vervang je dus het woord hobby voor het woord werk. De conclusie dat je nooit meer hoeft te werken klopt dan niet. Je moet nog steeds werken, je hebt alleen geen hobby meer.
Goed, goed, taalgeneuzel ook. Wat ik alleen maar wil zeggen is dat hobby’s schaarser lijken te worden en de drang ergens goed in te zijn (en er dus uiteindelijk geld mee te verdienen) groot is.
Amuzikaal en toch een instrument willen spelen
Ik weet niks van toonladders en toonsoorten. Ik weet nog net het verschil tussen een akkoord en een noot, maar vraag me niks over die akkoorden zelf. Mijn ukeleleleraar en ik lijken een andere taal te spreken:
‘Nee Bo, dit is een vierkwartsmaat dus dan kan die strum natuurlijk niet.’ Weet ik veel.
Of: ‘Oh, dat akkoord klinkt niet zo lekker. Wacht, we pakken even een andere,’ tokkelt op z’n ukelele, kijkt bedenkelijk en zegt: ‘Ohja, we kunnen de F#m wel invoegen. Dat klinkt beter’.
En ik? Ik hoor amper verschil, neem het voor lief, glimlach en speel voortaan het akkoord F#m (wel met het vertrouwen alsof ikzelf op dit ingenieuze idee ben gekomen).
Theoretische kennis
Er gaat een theorie achter schuil waar je u tegen wil zeggen, al weiger ik ook mijn ukelele met die beleefdheid te behandelen. Ze is meer mijn maatje dan mijn buurvrouw op leeftijd. Meer een verlengstuk van mijn arm dan een voorwerp waar je liever niet aankomt (zoals mijn bloeiende cactus in haar prachtige roze pot met sterretjes.)
En toch, ondanks de onwetendheid, het talentloze, mijn amuzikale gepingel, geniet ik van ons samenspel. De lieve klanken die ze fluistert terwijl mijn vingers langs haar snaren glijden. De focus als een moeilijk akkoord zich moet gaan vastzetten in mijn hand, mijn lichaam als het ware moet binnendringen en door middel van herhaling zich omzet in een handeling waar mijn denken niet meer bij kan.
Negeer het maar
Iedere keer negeer ik dan het stemmetje in mijn hoofd. Het stemmetje dat mij vertelt hoe ik hier een slaatje uit kan slaan. Dat ik harder en meer moet oefenen. Wat het voor nut heeft als ik de theorie niet eerst ga leren en beheersen. Waarom ik mezelf niet 3 maanden opsluit om echt een goede ukelelespeler te worden. Wat ik kan doen om deze hobby toch te gebruiken voor iets nuttigs. De beginselen aan andere te leren misschien?
Het negeren gaat steeds beter. Het is een hobby Bo. Het is gewoon een hobby. Een hobby waar je geen talent voor hebt, maar waar je wel heel veel plezier uithaalt. En dat is oké. Wat is jouw hobby?