Ik word tante!
Aangezien ik zelf geen enkele drang voel om binnenkort moeder te worden (misschien gaat dat nog komen, misschien ook niet) zal ik me moeten storten op dit kleine wondertje.
Ik word namelijk tante. Tante? Ja, echt! Tante. Tante. Ik kan het niet vaak genoeg herhalen. Tante. Tante. Tante. Mooi woord is het eigenlijk eh? Tante. Vooral als je de a iets uitrekt. Alsof je niet wilt dat het woord eindigt. Dat de klank die uit je stembanden geknepen wordt, net zolang zou duren als dat ik haar straks in mijn handen heb.
Toch hoeft hij mij geen tante Bo te noemen. Het is gewoon Bo voor haar. Gewoon Bo. Toch niet zo’n mooi woord, dat tante. Het doet me denken aan oudtantes en aan de tante van Pietje Bell. Je weet wel, die ene met die wrat op haar neus die hij met een touwtje eraf probeert te knijpen terwijl ze slaapt. Zo’n tante zou ik uitspreken met de korte a. Maar ik word ta(a)nte. Bijzonder eh?
Een tante die
Een tante die sentimenteel een traantje wegpinkt bij iedere centimeter dat ze zal groeien
En hem zal leren dat hij sterk genoeg is om tegen de stroom van verwachtingen in te kunnen roeien
Een tante die zich opoffert om als speelkameraad overal aan mee te doen
En zich ieder moment klaar maakt voor een met overmatige hoeveelheid speeksel, dikke, vette zoen
Een tante die haar haren zal vlechten tot een prins eraan omhoog klimt en haar bevrijdt
Een tante die uren met haar praat over liefde, aangezien de prins toch een meid blijkt
Een tante die met je zal dansen midden op straat
Laat iedereen maar kijken, jij bent nu al goud waard
Tot snel lief meisje van mij, tot volgend jaar mooie jongen.
Een grote-mensenbaan! Ik word kinderfilosoof, maar wat is dat?
Een diepe dip en een nieuwe toekomst. Zo zal ik de periode noemen na mijn afstuderen aan de Hogeschool voor Toegepaste Filosofie. Die nieuwe toekomst gaat nu van start. Ik ben namelijk aangenomen in het basisonderwijs als leraarondersteuner in combinatie met vakspecialist filosofie (oftewel kinderfilosoof). Maar wat doet een kinderfilosoof eigenlijk? En wat is filosoferen met kinderen?
Filosoferen is een werkwoord
Filosoferen is een activiteit. Dat betekent dat ik niet voor de klas sta en uitleg geef over de grote denkers die de Westerse geschiedenis rijk is of over ingewikkelde filosofische theorieën en stromingen. Nee, wat wij gaan doen is denkvaardigheden ontwikkelen.
Samen met de kinderen zal ik gaan nadenken over vragen waar geen eenduidig antwoord op is. Bijvoorbeeld: Kunnen dieren denken? Of: Mag je altijd zeggen wat je denkt?
Wat filosoferen met kinderen niet is
Filosoferen met kinderen is geen gezellig kringgesprek waarbij er vooral meningen worden uitgewisseld. Het is ook geen debat waarbij je kunt winnen met goede argumenten of een discussie waarbij gelijk krijgen hoog in het vaandel staat. Het is ook geen plek waar je vrijblijvend kunt fantaseren.
Filosoferen is eigenlijk best wel strikt. Het is geen gesprek waar je kunt zeggen wat je denkt zonder dat denken onder de loep te nemen en te verantwoorden waarom je dat vindt of zegt. Je komt niet meer weg met antwoorden als: ‘Dat vind ik gewoon’ of: ‘Nou, iedereen ziet dat anders. Dit is jouw waarheid en ik heb de mijne.’
Maar wat is filosoferen met kinderen dan wel?
Filosoferen begint eigenlijk altijd met een vraag die aanzet tot nadenken. Natuurlijk zijn dit vragen die passen bij de belevingswereld van het kind (ik filosofeer met kinderen van groep 3 t/m groep 8).
Tijdens een filosofisch gesprek worden argumenten aan een onderzoek onderworpen. Je denkt ergens gedisciplineerd en methodisch over na. Je gaat op onderzoek uit. ‘Klopt het wat je zegt? Is dat altijd zo? Kunnen we een tegenvoorbeeld vinden? Net zei je het een, nu zeg je het ander; zijn die twee dingen verenigbaar met elkaar? Of moeten we er één kiezen die we verder gaan onderzoeken?’
Filosoferen is een gezamenlijk denkonderzoek.
Je bent gezamenlijk bezig met het onderzoeken van het eigen denken. Dit kan in iedere groep en op verschillende niveaus.
Tijdens het filosoferen leren de kinderen:
– naar elkaar luisteren;
– de eigen gedachten onder woorden te brengen;
– elkaars opvattingen en meningen te respecteren;
– sociaal-communicatief vaardig zijn;
– kritisch en zelf nadenken;
– begrippen en argumenten analyseren, toetsen en correct gebruiken;
– perspectivische lenigheid ontwikkelen (verschillende perspectieven kunnen herkennen);
– naar alternatieven en tegenvoorbeelden te zoeken;
– voort te bouwen op elkaars gedachten (samenwerken).
We hebben er zin in! Laten we met de toekomstige wereldburgers gaan denken! ;D
Een diepe dip, een nieuwe toekomst en een BAAN!
Ik dacht na mijn afstuderen: Wat nu? Diepe dip, wist niet dat er zoveel grauwe kleuren bestonden want leven verloor binnen enkele maanden haar helderheid en glans. Nog steeds sta ik tot aan mijn knieën in de zwarte prut. Lopen is zwaar, maar ik dreig tenminste niet kopje onder te gaan.
Existentie = aanzijn, bestaan, leven
Bij een filosoof horen wat mij betreft existentiële crisissen. Een gevoel dat je plots kan overvallen: Wat doe ik hier? Waarom moet ik door mijn eigen lijden heen terwijl het uiteindelijk nergens toe leidt? De zinloosheid achter al het betekenisloze geneuzel maken zowel je voeten als je mondhoeken zwaar.
De rest van de wereld lijkt de modder niet te zien. Dat is het beroerde aan psychisch lijden. Beter een gebroken arm; iedereen die ziet dat sporten niet lukt, dat er iets aan de hand is en dat je ook weer zal herstellen. Maar psychische pijn komt en gaat wanneer het zin heeft.
Theater is dan wel mijn ding, maar ik doe heus niet alsof
Ik doe niet alsof als ik gezellig op een verjaardag, op de sport, op werk of als ik samen met vrienden ben. Ik doe niet alsof als ik met mijn blote voeten het natte gras streel en huppel als Maria uit Sound of the Music of een prachtige dag organiseer met heel veel andere ukelele-fanaten. Ik ben op dat moment oprecht in een euforische stemming.
Maar als ik geen vangnetten bouw om de pijn van alledag te kunnen verdragen.. Als ik geen vangnetten bouw om de zinloosheid, de grootsheid en de nietigheid van het mens-zijn op te vangen, dan val ik iedere keer zo’n ontzettend diep stuk naar beneden dat de klap steeds moeilijker te verdragen is.
Tijd voor een plan. Tijd voor een toekomst. Tijd voor hulp.
Driehoeksverhouding
En dus ging ik niet op zoek naar bestaande beroepen waarin ik misschien wel of niet paste. Maar bedacht ik een functie die paste bij mij. En kijk hier, dat lukte (niet zonder slag, stoot, geduld of stress).
Ik bedacht een driehoeksverhouding waarin ik de drie functies van kinderfilosoof, onderwijsassistent en invalkracht in het basisonderwijs kon combineren met elkaar. Twee directrices waren, nadat ik contact had gehad met verschillende besturen, dolenthousiast.
Nu heb ik een doel, een toekomst en hulp.
Filosoferen met kinderen
Ik ga filosoferen met kinderen. En dat is geweldig. Wat filosoferen met kinderen precies is? Dat lees je hier. Want filosoferen met kinderen is allerminst zwaar op de hand of eng. We zullen samen na gaan denken over vragen als: Kunnen dieren denken? En: Mag je altijd alles zeggen wat je denkt?
Daar kun je methodisch en gestructureerd over leren nadenken, zodat er doordachte antwoorden komen op vragen die niet eenduidig zijn. Antwoorden waarover is nagedacht, die onderbouwd zijn met argumenten die standhouden en die vrij zijn van drogredeneringen.
Kinderen die leren te respecteren dat er verschillende opvattingen naast elkaar bestaan, die hun eigen gedachten steeds beter leren formuleren, die kritisch en zelf leren nadenken, die sociaal-communicatief vaardig zijn en die naar alternatieven en tegenvoorbeelden kunnen zoeken in een gezamenlijk denkgesprek. Mooi toch?
En ik?
Bepaalde periodes van pijn, verdriet, leegte, eenzaamheid; ze horen er ook bij. Nu nog manieren vinden om ze te ondergaan in plaats van er aan onderdoor te gaan ;). Mindfulness en de meditatie-oefeningen die daarbij horen schijnen bij heel veel mensen te werken en hebben ondertussen een wetenschappelijke basis waaruit een traject/methode is opgezet. Leuk voor later. Niet al te later. Over een half jaar ofzo. Of volgende maand. Volgende week? Oké, oké, morgen.
Vandaag.
Nu dus.
Serieus?
Ja.
Ok.
She said yes!
Twee jaar geleden zei ze ja. Het was op haar verjaardag. Ik had haar een aanzoek gedaan. Het stond op de kaart of naja, eigenlijk niet. Op de kaart stond dat ze naar een spraakbericht op haar telefoon moest luisteren.
Haar zicht ging al jaren achteruit, maar haar gehoor deed het nog prima. Luisteren dat ze kan! Naar al mijn verhalen, herinneringen, huilbuien, eenzame momenten en (te) gekke ervaringen. Ik vroeg haar mijn oma te worden. And she said yes.
Biologische oma
Precies 9 jaar geleden, 4 augustus 2012, blies mijn biologische oma haar laatste adem uit. God, wat is er sindsdien veel gebeurd. Ik ben groot geworden, vooral letterlijk. Want terwijl ik worstel met dat figuurlijke groot worden trekt mijn onderbewuste me steeds terug in het verleden.
Het geeft een melancholische lading aan al wat ik denk. Omdat we vaak zeggen dat de herinnering mooi is om te koesteren. Geldt dat ook als je die herinnering niet meer kan delen met de persoon waarmee je de herinnering maakte? Als ze samen met jou, oma, in de oven tot as zijn verpulverd? Zwarte korrels zwerven rond in mijn brein op zoek naar een uitweg, een wederhelft in een ander brein, een glimp van herkenning. Tevergeefs. Die zwarte korrels maken het moeilijker om helder te zien.
Adoptie oma
Maar zoals de tijd geen genade kent, zo ken ik geen tegenreden om terug te nemen wat mij ooit is afgenomen. Vervangbaar ben je allerminst oma, en de herinneringen met jou verliezen niet meer betekenis, maar wel de emotionele lading die er altijd bij kwam kijken. Zo hoort dat ook. Zo kunnen we uiteindelijk door met stappen zetten.
Vandaag maakte ik wat nieuwe herinneringen met mijn geadopteerde oma. Mijn bonusoma. Mijn oma. Opdat ik weet dat ook zij mij met de tijd moet verlaten. Omdat ik weet dat dezelfde rouw mijn huid rondom mijn ogen zal aantasten en de pijn zich zal vastzetten in mijn voeten, zodat ik bij iedere stap die ik voorwaarts zet herinnerd wordt aan dat wat niet meer te delen is met haar.
Twee jaar
En toch, ondanks dat ik mij daar heel bewust van ben, kies ik ervoor jou lief te hebben, oma. Twee jaar geleden zei je ja. Het was op je verjaardag. Tot de dood ons scheidt oma, tot de dood ons scheidt.
Met 'vreemden' samen ukelele-spelen: een hoogtepuntje
In de verte, heel in de verte hoor ik een geluid waarmee mijn wekker mij laat weten dat het tijd is om een nieuwe dag te beginnen. Ik druk mijn wekker uit, ga rechtop in bed zitten, schuif mijn billen nog even van links naar rechts, doe een schietgebedje en schraap dan mijn keel.
‘Goedemorgen mijn stem, hoe gaat het met jou?’
Een brommend en knijpend geluid verlaat mijn mond. Mijn humeur kan direct al niet meer slechter, dus stap ik expres met mijn verkeerde been uit bed.
Het ukelele-evenementje gaat doooor
Vandaag is het 11 juli en zal ik samen met een aantal andere ukelele-fanaten bijeenkomen om samen te spelen in ’t Hemmeland.
Ik heb, laten we het voorzichtig zeggen, geen engelenstem. Meer een combinatie tussen een zeekoe en een kikker (wees creatief om hier een beeld of geluid bij te krijgen. Ik moet zelf ook toegeven dat ik geen idee heb wat voor geluid een zeekoe maakt, maar creativiteit verbetert ons inbeeldingsvermogen en andersom, dussss succes;)).
Schor en wel kom ik bepakt en bezakt aan in Monnickendam. Zeil mee, kleedjes mee, ukelele en bladmuziek mee, appels en koeken mee, JBL box mee en het belangrijkst: mijn opperbeste stemming. Mijn ochtendhumeur heb ik thuis gelaten, we hebben tenslotte in de middag met elkaar afgesproken.
Samenspelen onder een grote, groene boom met uitzicht over het water
Met een groep van 17(!) en later met 19(!!!) beginnen we met het nummer ‘The lion sleeps tonight’. Het is nog even wennen maar al snel hebben we het ritme te pakken (met veel dank aan de twee Cajon spelers die een enorme steun waren bij het samenspelen).
Tijdens het nummer: ‘Have you ever seen the rain’ was er geen wolkje aan de lucht. De zon straalde en de grote boom die ons in eerste instantie beschutting moest geven tegen beginnende miezer-regen, beschermde ons nu tegen hete stralen van de zon.
Een hoogtepuntje of een puntje te hoog
Al snel voel ik mij de meest tevreden vrouw in Noord-Holland. Tijdens het spelen kijk ik nog eens goed om mij heen. De blije, tevreden, van concentratie gespannen gezichten geven een prachtige weerspiegeling van deze middag.
De diversiteit is fantastisch. We hebben beginners en gevorderden, jong en oud, leiders en muzikale volgers. We hebben mooie stemmen en schorre stemmen, grappenmakers en -ontvangers met een aanstekelijke lach, twee cajons en we hebben zelfs een ukelele-bas in ons midden.
Het was een hoogtepuntje. Een puntje dat zo hoog was, dat je er alleen niet bij kunt. Maar samen wel. Samen met deze groep wel. Dank, dank, dank.
Samen is beter dan alleen - Kom je ook?
Rondom Amsterdam kon ik geen ukelele-bijeenkomsten vinden. En dus dacht ik: Waarom organiseer ik het eigenlijk niet zelf? Heus geen festival grootte (alhoewel best leuk idee), maar gewoon een kleine samenkomst met andere ukelele-spelers.
Zo gezegd, zo gedaan. Samen met Frans en Carla organiseren we aankomende zondag 11 juli een kleine bijeenkomst voor zowel beginners als gevorderden. Gewoon om elkaar te ontmoeten, plezier te hebben en onze muziek (en kennis) te delen.
Datum en locatie
De datum en locatie liggen dus vast! De locatie wordt:…. *tromgeroffel* …Hemmeland! (Monnickendam) We verzamelen tussen… *tromgeroffel* …13.00 en 13.15 bij het Mirror Paviljoen. Adres: Waterlandse Zeedijk 1.
Dat tromgeroffel kan ook tijdens het ukelele-spelen erg goed van pas komen. We hebben al iemand die een Cajon meeneemt en waarop het ritme aangegeven kan worden. Mocht er iemand zijn die zich geroepen voelt een aantal nummers te willen ‘leiden’ qua stem, dan zou dat super fijn zijn!
Plezier
We vinden het vooral gezellig om andere ukelele-spelers te ontmoeten en kennis te maken met elkaar. Ook zullen we in kleine groepjes en op een gegeven moment met de hele groep proberen een liedje te spelen.
De volgende nummers gaan we samen (of in kleinere groepjes) met elkaar spelen:
– Shape of You
– The lion sleeps tonight
– Brown eyed girl
– Dancing in the moonlight
– Somewhere over the rainbow
– Have you ever seen the rain
De bladmuziek kan ik naar je mailen. Stuur me een privé-berichtje op Facebook met je mailadres en dan stuur ik je de bladmuziek. Natuurlijk zijn we niet gebonden aan nummers dus neem gerust je favoriete liedjes mee!
We hopen natuurlijk op een beetje goed weer. Mocht het storten van de regen, dan verplaatsen we het natuurlijk, aangezien regen niet al te best is voor onze ukes! (Mocht ik ooit een waterval met geld tegenkomen, zijn jullie van harte welkom in mijn overdekte ukelele-paradijs, maar ben ‘m vooralsnog niet tegengekomen.)
Zelf meenemen:
– Ukelele
– Kleedje om op te zitten (of stoeltje)
– Bladmuziek (eventueel extra om uit te wisselen)
– Eten + drinken
– Vriendin, tante, zus, verre vriend, goede buurman of je muzikale zelf.
Tot snel lieve mede-ukelelespelers!
Een muzikale groet,
Frans, Carla en Bo
Ik wil gaan mediteren, maar het klinkt zo 'zweverig'
In een van mijn vorige blogs heb ik aangegeven dat het soms lastig is om een gewoonte te doorbreken en een nieuwe routine toe te voegen. Ik wil naast schrijven gaan mediteren. Niet op een yogamatje en met een klankschaal, maar op een stoel in spijkerbroek.
Een lesje logisch redeneren
Mediteren heeft voor veel mensen een zweverige connotatie. Het klopt dat bijna alle ‘zweverige’ mensen mediteren, maar mediteren is daarmee niet inherent ook zweverig. Net als depressie de oorzaak kan zijn van lichamelijke problemen, maar niet alle lichamelijke problemen terug te leiden zijn naar een depressie. Lichamelijke problemen, los van een depressie, kunnen natuurlijk ontzettend veel oorzaken hebben (ongezonde levensstijl, sport, chronische ziekte, ongeluk, etc.).
Mediteren kun je dus ook los zien van deze ‘zweverige’ mensen. Het is niet inherent, dus niet onlosmakelijk met elkaar verbonden. Als mens zijn we geneigd alles met elkaar te verbinden en overal causaliteit (oorzaak-gevolg relaties) in te zien. In dit geval is dat onjuist. Dat zweverige mensen graag mediteren, betekent niet dat het mediteren in zichzelf zweverig is.
Wil je meer weten over logisch redeneren? Klik dan hier! In dit blog leg ik het namelijk rustig en kort uit. (Let op: alleen voor de leergierigen onder ons. Het is geen makkelijke kost, maar meer dan waardevol.)
Stomme aardse figuurtjes
Ik denk dat mediteren mij kan helpen rommel in mijn hoofd op te ruimen. Soms is het er een chaos. Helemaal als je begrijpt dat in mijn hoofd een antwoord altijd direct leidt tot nieuwe vragen. Zo staat mijn denken nooit stil.
Ik schrijf iedere week een blog die je hier kunt vinden en ik ga jullie af en toe meenemen in mijn meditatiegekte. Er is geen spirituele reis, geen ego dat uit de weg moet worden geruimd en er zijn geen energetische stromingen die uit balans zijn. Er komt geen Jezus Christus die ik ga ontmoeten of een diepere laag in mij waardoor ik op een hoger level kom te zitten dan al jullie stomme aardse figuurtjes en ook geen ‘alles is liefde’ (alvast sorry voor de Robert ten Brink fans).
Stok achter de deur
Ik zou al blij zijn met wat rust in mijn hoofd, wat acceptatie naar mezelf en de mogelijkheid mijn tranen voor even de vrije loop te laten (indien daar behoefte aan is). Dat heeft vroegere meditatie met mij gedaan en ik vond het heerlijk.
Hier zou ik mezelf direct een halt moeten toeroepen want mediteren is daar eigenlijk niet om te doen. Het gaat er nu juist niet om dat je iets bereikt, wint, moet of leert. Even geen verwachtingen. Ik houd jullie op de hoogte en op die manier zijn jullie mijn stok achter de deur, want ook ik vind het ontzettend moeilijk nieuwe gewoontes te creëren. En dit wordt er eentje. Eentje waar ik mogelijk veel baat bij heb.
Voor de leergierigen onder ons: Formele logica
In dit blog schrijf ik over de zweverige connotatie van het woord mediteren. Het klopt dat bijna alle ‘zweverige’ mensen mediteren, maar mediteren is daarmee niet inherent ook zweverig. Voor de leergierigen onder ons geef ik in dit blog een korte inleiding in logisch redeneren oftewel de formele logica.
Mediteren kun je namelijk los zien van deze ‘zweverige’ mensen. Het is niet inherent, dus niet onlosmakelijk met elkaar verbonden. Als mens zijn we geneigd alles met elkaar te verbinden en overal causaliteit (oorzaak-gevolg relaties) in te zien. In dit geval is dat onjuist. Dat zweverige mensen graag mediteren, betekent niet dat het mediteren in zichzelf zweverig is.
Voor de leergierigen onder ons
Ik heb het hier over de drogreden Onjuist beroep doen op causaliteit. Het betekent dat het gevolg dat gegeven wordt, niet altijd een gevolg is van oorzaak X. Oorzaak X kan een ander gevolg hebben of het gevolg kan een andere oorzaak hebben. In dit geval klopt de premisse: ‘Zweverige mensen mediteren altijd’ niet met de conclusie: ‘Mediteren is zweverig’. Om deze redenering logisch geldig te maken, hebben we nog een premisse nodig. (Een premisse is een stelling, een vooronderstelling, waarop je je conclusie baseert.)
Om een logisch syllogisme te laten ontstaan hebben we altijd een driestapsredenering nodig.
In het voorbeeld hieronder heb ik premisse 1 toegevoegd. Nu is de conclusie wel logisch geldig!
Premisse 1: Alles wat zweverige mensen doen, is zweverig.
Premisse 2: Zweverige mensen doen aan meditatie
Conclusie: Meditatie is zweverig
Dit syllogisme is logisch correct en dus geldig want uit premisse 1 en 2, volgt logischerwijs de conclusie. Let op! Het is wel geldig maar niet waar! Om een ware conclusie te krijgen, moeten de premissen namelijk allebei waar zijn. Er is dus een verschil tussen geldigheid en waarheid.
Verschil informele en formele logica
Als het om de inhoud gaat van de argumenten, spreek je over informele logica. De premissen moeten dan waar zijn.
Als je spreekt over formele logica, dan gaat het over de geldigheid. Uit premisse 1 en 2, moet logischerwijs de conclusie volgen (ondanks dat deze niet waar kan zijn, zoals in mijn voorbeeld). Voor nu nemen we even aan dat premisse 1: ‘Alles wat zweverige mensen doen, is zweverig’ onwaar is, aangezien je niet alles zweverig kunt noemen wat een zweverig persoon zou kunnen doen (kaas eten, fietsen, praten, ademen, lopen, tekenen, een gat graven, etc.). Dit syllogisme is dus wel geldig maar niet waar. Het gaat er in de formele logica dan ook niet om of het waar is, maar of de conclusie logischerwijs volgt uit de twee premissen.
Een ander voorbeeld van een geldig syllogisme dat niet waar is:
Premisse 1: Alle lezers op Boisme.nl heten Robin
Premisse 2: Ik ben een lezer op Boisme.nl
Conclusie: Ik heet Robin
De conclusie is hier formeel geldig, want uit de twee premissen vloeit noodzakelijk de conclusie.
'Maar papa, ik hou steeds meer van jou'
Het was 11 april. Geen 10 of 12 april. En zeker geen 20 juni op vaderdag. Het was 11 april. Ik weet die datum nog zo goed omdat een goede vriendin van mij al een jaar haar moeder niet had gezien. Ze was een jaar eerder overleden aan corona.
Een gewone zondag
11 april gebeurde er iets ongewoons in mijn taalgebruik. Het was een niet-bijzondere zondag geweest. Zo een die (normaal gesproken) een negatieve noch een positieve indruk achter zou laten. Zo een die je samen met duizenden andere dagen kon beschouwen als fijne, gebalanceerde, stabiele dagen die je dan wel niet zou onthouden, maar die wel degelijk bijdroegen aan het beeld dat je van jezelf creëert als je terugkijkt op je leven.
Juist die dagen, waarin je niet overweldigend blij, verdrietig of humeurig bent, juist die dagen zorgen voor een belangrijk evenwicht tussen al die hormonen die door je lijf razen. De stresshormonen cortisol en adrenaline nemen af, evenals het gelukshormoon endorfine.
Je kunt soms net zo tevreden zijn als je langs een kabbelend beekje loopt met hier en daar een vlinder, als bij een denderende, imposante waterval, als je begrijpt wat ik bedoel.
Een futiliteit… of toch niet?
11 april lunchte ik bij mijn ouders. Ik probeer me voor de geest te halen wat voor weer het was. Het zal een dag zijn geweest met wind want bijna alle details, waaronder de woorden die op dat moment uitgewisseld werden, zijn vervlogen. Slechts één stomme onbenulligheid is mij bijgebleven.
In de gesprekken die wij voerden aan tafel (vraag me niet waarover) voegde ik, zodra het kon, het woord ‘papa’ toe. Het voelde zo fijn en zo goed om dat te kunnen zeggen. ‘Papa, weet je wat ik laatst nog zei? Inderdaad papa. Papa, heb jij al bestek? Oh ja, ik zie het al papa.’ Het woord kreeg een nieuwe lading.
Misschien onnozel of futiel. Maar voor mij was deze luttele ontdekking heel speciaal. Omdat in dat kleine, onbenullige woordje van 4 letters dus eigenlijk heel veel betekenis bleek te liggen. Die dag, 11 april, was dus toch niet zomaar een dag. Het woord ‘papa’ kreeg kleur. Mijn papa bleek het meer dan waard te zijn om ‘papa’ genoemd te worden.
Ik heb last van het omgekeerde Lege Nest Syndroom
Mijn ouders waren met vakantie. Eindelijk zijn ze terug. Met de nadruk op eindelijk. Als mijn moeder thuis is, werkt of iets anders nuttigs of leuks doet in Purmerend is er niks aan de hand. Maar eenmaal op vakantie heb ik last van het omgekeerde Lege Nest Syndroom.
Omgekeerde Lege Nest Syndroom
In plaats van de moeder die haar kinderen uitzwaait en met een snik achter het raam verlangt naar de tijden van een gezellig, vol en druk huis, is het dit keer het kind dat emotioneel en snikkend afwacht tot de koffers over de drempel terug in huis worden getrokken.
Niets ongezond ofzo, mijn mama-liefde stroomt dan gewoon over. En als die mama er dan niet is om deze liefde naar te uiten, dan weet mijn hart niet wat het moet. Het zoekt een uitweg. Dat doet het op straat, in de bus, in het verzorgingstehuis, tijdens het bezorgen van boodschappen of aan de telefoon. Maar dat is toch anders. Net als dat het anders is als ik zelf weg ben (bijvoorbeeld 6 maanden door Nieuw-Zeeland reis).
Lichtelijk sentimenteel maar eerlijk
Ik kan haar gerust twee weken niet spreken hoor. Ik geniet tenslotte enorm van mijn eigen plekje. Of nou ja, één week is lang genoeg. Oké, ik verkies toch eerlijkheid boven hoe ik overkom op jullie, dus 4 dagen is de max.
Het was eind vorige week dan ook een fijn weerzien in Castricum. Ik kwam een paar daagjes op bezoek. Met mijn mini-backpack en mijn ukelele. Op het strand lagen we de eerste dag al heerlijk tegen elkaar aan. Mama met haar hoofd steunend op papa zijn benen, ik in de armen van mama.
Conclusie?
Ik ben een moederskindje, lichtelijk sentimenteel en met mijn 25 jaar, kan ik mij niet voorstellen dat ik ooit zonder haar door moet. Dat kan dan wel bij het leven horen, maar het is iets anders om dat nu al te accepteren. Je geeft het leven als ouder door aan je kind, maar daarmee geef je het ook (in het beste geval) je eigen dood.
In het beste geval verlies ik haar, in het ergste geval verliest zij mij. Er is niet echt een middenweg, tenzij we op exact hetzelfde moment onze koffers zouden pakken om de andere kant te bekijken en niet meer terug komen.
Ik wacht op de auto met caravan; ze stapt uit, knuffelt me, ik knuffel haar en een moment later trek ik haar koffer over de drempel terug het huis in. Ze is thuis.